De uitrol van de slimme meter heeft voor een beperkt aantal installateurs erg goed uitgepakt. Zij zijn door het plaatsen van honderdduizenden slimme gas- en elektriciteitsmeters de komende jaren verzekerd van werk. Maar van de markt voor ‘derdenplaatsers’ komt vooralsnog niet veel terecht. Installatie Journaal/Gawalo bezocht in Breda installateur Baas, die een flink deel van het Enexis-gebied voor zijn rekening neemt.
Door: Tijdo van der Zee in GAWALO november 2015
Erg veel ervaring met het plaatsen van de slimme meter had Baas BV niet, toen het zich in 2014 inschreef voor de aanbesteding van netbeheerder Enexis. Ja, het bedrijf had in 2006 in een pilot in
Sprang Capelle een aantal eerste generatie slimme meters gemonteerd. Maar daar hield het wel mee op. De kleinschalige uitrol had Baas aan zich voorbij laten gaan, maar de grootschalige uitrol was een wel érg wenkend perspectief. En het lukte. In het zuidelijke deel van het verzorgingsgebied van Enexis werd Baas, samen met Kemkens/Volta en Bam geselecteerd om tot 2020 elk huishouden een aanbieding te doen. Voor het noordelijke netwerk werden dat Bam en Geas Energiewacht.
Baas, Kemkens/Volta en Bam hebben het zuidelijke gebied onderling weer min of meer verdeeld. Baas kan voor deze opdracht voor Enexis voornamelijk westelijk Brabant tot zijn werkterrein
rekenen. De klus is groot en vraagt dan ook het nodige van de planningscapaciteit van Baas. Vorig jaar ging het om 12.000 adressen, die jaar moeten het er 30.000 worden, in 2016 zijn 40.000
huishoudens aan de beurt en in 2017 zelfs 50.000. “ De aantallen nemen toe gedurende het jaar. Dat is een lastig element aan deze opdracht. Je hebt daardoor steeds meer monteurs nodig.” Dat zegt
Roy Pals, die als projectleider Slimme Meters verantwoordelijk was voor de aanbesteding en de opzet van het project.
Baas heeft inmiddels een flinke buitendienst van monteurs die dagelijks op pad is om de oude meters voor nieuwe slimme exemplaren verruilen. Op het moment van schrijven (begin september) gaat het om ongeveer 20 man voor Enexis (niet alleen in het zuiden, ook in het noorden van het land), maar ook voor Stedin loopt een aantal monteurs rond. “In totaal zijn het er zo’n 40”, schat Pals. “En dagelijks nemen zij ieder zo’n 7 tot 9 huishoudens voor hun rekening.” Die monteurs krijgen allemaal een gedegen interne opleiding van vier weken, inclusief een meelooptraject, die wordt verzorgd door twee docenten, die tegelijk enkele dagen per week de gedane installaties op locatie inspecteert. Pals is trots op Baas’ opleiding. “Daarmee zijn wij onderscheidend”, stelt hij, “en het gaat dan niet alleen om technische kwalificaties, zoals een VIAG- en BEI-erkenning, maar ook om klantgerichtheid.”
Niet alle wijken lopen even soepel. Er zijn straten waarbij relatief veel mensen op de dag van de afspraak voor de meterwissel niet thuis blijken. Er zijn ook wijken waar het percentage juist heel
hoog ligt. “De gemiddelde dekkingsgraad ligt ongeveer op 90%, inclusief een weigeringspercentage van ongeveer 3%”, schat Pals.
Vanwege een tekort aan slimme gasmeters – de netbeheerders werken met gasmeters van Elster, Landis+Gyr en Itron – eerder dit jaar (zie kader) heeft Baas in de eerste maanden van 2015 veel wijken onder handen genomen met een warmtenet en waar in de woningen dus alleen een elektriciteitsmeter hangt, zoals in de Haagse Beemden in Breda. Monteurs hebben hier de keuze tussen e-meters van Landis+Gyr en Kaifa/IBM. “We hebben dit jaar zo’n 8.000 solo-elektrische woningen gedaan, dat is relatief veel”, zegt Pals. En de elektriciteitsmeter is ook wat lastiger om te vervangen. Vooral de 3-fase- meter (zo’n 35% van het totaal) vergt concentratie, onder meer vanwege de vele kleuren fasedraden. Pals: “Je hebt het over bestaande bouw, dus je ziet een heel palet aan kleuren voorbij komen.” Ook het feit dat er bij de e-meter spanningsloos gewerkt moet worden vraagt van de monteurs extra oplettendheid. De gasmeter is wat dat betreft minder veeleisend. Al komen de monteurs hier ook wel gekke dingen tegen, zoals een gasmeter die te ver weg hangt van de e-meter, waardoor de draadloze connectie niet tot stand kan komen. “De monteurs testen dit eerst, het zou niet fijn zijn als ze erachter kwamen dat de verbinding niet werkt als ze de meter al vervangen hebben”, zegt Pals.
Derdenplaatsing
Behalve via de contracten met de netbeheerders kunnen installateurs ook op een andere manier een plekje veroveren in de slimme-meter- markt. Dat namelijk via de regeling die ‘derdenplaatsing’ genoemd wordt. Consumenten kunnen namelijk al voordat ze officieel aan de beurt zijn in de grootschalige uitrolplanning voor een bedrag van enkele tientjes een slimme meter aanvragen. Installateurs die de juiste bevoegdheid hebben kunnen die derdenplaatsing verzorgen. Bijvoorbeeld tegelijk met de plaatsing van pv-panelen of een cv-ketel. Omdat de netbeheerder minder kosten
hoeft te maken als een ander bedrijf de installatie van de slimme meter voor zijn rekening neemt, moet de netbeheerder de installateur voor dit werk 19 euro betalen. Dat bedrag is bepaald door de bespaarde kosten te nemen en daar dan van af te trekken de administratieve kosten en de kosten die de netbeheerder maakt voor het oplossen van foutjes door de installateur. Volgens het ministerie van Economische Zaken kunnen installateurs op dit bedrag een redelijke business case bouwen, maar branchevereniging Uneto-VNI, die in een eerder stadium een nieuwe markt voor installateurs zag opdoemen, vindt het bedrag bespottelijk laag. Woordvoerder Dick Reijman van Uneto-VNI laat weten: “Volgens Uneto-VNI betekent dit dat de uitrol van slimme meters forse vertraging oploopt.”
Uneto-VNI vecht een moeizame strijd rond de derdenplaatsingen. In 2011 concludeerde DNV GL (toen nog Kema) dat “plaatsing door derden risico’s met zich meebrengt op het gebied van veiligheid
van de meetinfrastructuur, waardoor de netbeheerder extra kosten zou moeten maken.” En in 2013 stelde de Autoriteit Consument en Markt (ACM) dat de uitrol van de slimme meter eigenlijk wel
redelijk volgens planning verliep, waardoor “het geven van een impuls aan derdenplaatsingen op dit moment niet noodzakelijk is.” Toch is er sinds 2011 wel iets verbeterd. Toen stelde Kema nog voor
om het tarief op 0 euro te stellen, terwijl dit momenteel op 19 euro ligt. Deze verhoging wordt veroorzaakt door hogere uurlonen en hogere installatiekosten, omdat er tegenwoordig relatief meer
wordt geïnstalleerd in bestaande bouw.
Hoe het ook zij, Uneto-VNI legt zich er niet bij neer. Reijman: “We vinden dit tarief niet correct en zullen zeker nog actie ondernemen.” De suggestie dat er fouten gemaakt worden door onervaren
installateurs wijft Reijman weg. “We zien geen problemen ontstaan als kleine installateurs zich gaan bezighouden met de plaatsing van slimme meters. Om de kwaliteit te garanderen, heeft Uneto-VNI in
nauwe samenwerking met Netbeheer Nederland een opleiding en erkenningsregeling ontwikkeld. Ook kleinere installateurs zijn zo prima in staat een bijdrage te leveren aan de versnelde uitrol van slimme meters. Dit draagt bij aan meer energiebewustzijn en uiteindelijk aan minder energieverbruik in de gebouwde omgeving.”
Maar voor 19 euro zullen installateurs zich inderdaad niet snel laten bijscholen. Zij kijken liever nog even de kat uit de boom kijkt, zo blijkt uit de cijfers van erkenningsorganisatie Sterkin, waar installateurs hun slimme-meter- bevoegdheden kunnen halen. Volgens directeur Gert Jan Wilbrink van Sterkin heeft een “tiental” installateurs een aanvraag lopen, maar is er nog niet één echt erkend
omdat tot nu toe geen enkel bedrijf de juiste diploma’s heeft ingediend.
KADER
Logistieke problemen
Eerder dit jaar konden niet voldoende slimme meters geleverd worden vanwege logistieke problemen bij de fabrikanten en omdat één van de drie slimme gasmeters (een betrouwbare bron
meldt dat dit de Elster-gasmeter was) niet aan de kwaliteitseisen voldeed. Netbeheer Nederland heeft met het ministerie van Economische Zaken afgesproken om het doel voor dit jaar terug te
schroeven van 811.000 naar 744.000. Deze vermindering moet in de jaren 2016 en 2017 weer gecompenseerd worden, zodat de uitrol geen vertraging oploopt. Hoewel Netbeheer Nederland niet
wil zeggen welke gasmeter niet door de kwaliteitstest heen kwam, wil woordvoerder Martijn Boelhouwer wel kwijt om welke problemen het ging: “Onder meer om issues in de interne supply
chain (productie), de firmware en een microprocessor van een toeleverancier die niet aan de gestelde eisen voldeed.” Op dit moment zijn de gasmeters van de drie leveranciers wel in orde.