Vanaf 1 juli gelden voor gebouwen die een grondige renovatie ondergaan nieuwe eisen aan de isolatiewaarde van de gebouwschil. Daarnaast gaan voor vernieuwde installaties hogere rendementseisen gelden. Maar het ambitieniveau van deze nieuwe regels ligt niet zo hoog als sommigen zouden willen. En de samenhang met andere regels lijkt soms te ontbreken.
De nieuwe regels worden, als de Raad van State er mee instemt, opgenomen in het Bouwbesluit 2012 en komen voort uit de herziene Europese richtlijn EPBD, die alle landen in de EU moeten implementeren.
Het ministerie schat dat de regeling per jaar 10 miljoen euro extra omzet voor de bouwsector oplevert, waarbij uitgegaan wordt van 25.000 ingrijpende renovaties per jaar, in zowel de woningbouw als in de utiliteit.
Gebouwschil
Voor wat betreft de gebouwschil geldt dat wanneer 25 procent of meer van de oppervlakte van de schil wordt vervangen, moet worden voldaan aan de isolatie-eisen voor nieuwbouw. Het gaat dan echt om vervanging van de totale constructieopbouw voor een dak of een deel van het dak.
Hetzelfde geldt voor gevels en vloeren: alleen een volledig vervangen constructieopbouw moet straks voldoen aan isolatie-eisen. Dit betekent dat er geen eisen worden gesteld bij bijvoorbeeld na-isolatie van het dak of de spouwmuur.
In het advies van BuildDesk dat ten grondslag lag aan het wijzigingsbesluit zouden de regels ook gelden voor minder ingrijpende renovaties. Het ministerie heeft hier duidelijk een andere keus gemaakt. “In ons advies wordt een ruimere definitie voorgesteld van renovatie, waardoor de eisen voor veel meer situaties zouden gelden. Zo zou bij het vervangen van pannen het dak ook geïsoleerd moeten worden”, zegt Bart Poel, projectleider van de BuildDesk-studie.
“De keuze van het ministerie heeft voor- en nadelen”, zegt Poel. “Voordeel is dat de eisen van het ministerie beter te handhaven zijn. Voor zulke ingrijpende maatregelen is namelijk normaliter een bouwvergunning vereist, waardoor handhaving automatisch geregeld is. In onze definitie van ‘renovatie’ zou aanvullende handhaving nodig zijn. Nadeel van de keuze van de overheid is dat er veel minder CO2-besparing bereikt wordt dan mogelijk zou zijn met een ruimere definitie.”
En: in de definitie van BuildDesk kwam de jaarlijkse extra omzet voor bedrijven uit op 57 miljoen euro, in plaats van 10 miljoen die het ministerie nu voorrekent. “Zulke ingrijpende renovaties vinden nou eenmaal veel minder vaak plaats”, aldus Poel.
Het moge duidelijk zijn dat de na-isolatiebedrijven niet erg gecharmeerd zijn van deze ministeriële draai. “Wij verwachten dat onze leden niet al te veel extra omzet door deze regeling kunnen verwachten”, zegt Rob van Boxtel, voorzitter van branche-organisatie Venin. Dat ligt anders bij isolatiebedrijven die ook veel producten voor nieuwbouw leveren. “Een goede zaak. Als je gaat renoveren, doe het dan in één keer goed”, zegt Hannie Stappers van steenwolfabrikant Rockwool. “Al had ik wel graag bepalingen over veiligheid en akoestiek willen zien. Meer een integrale benadering dus.”
Er wordt ook geopperd dat aannemers of eigenaren kunnen proberen onder de nieuwe isolatie-eisen uit te komen door de verbouw zodanig te faseren dat de renovatie niet valt onder de definitie van ‘ingrijpende renovatie’. Volgens de berekeningen in het rapport van BuildDesk zou dit kunnen voorkomen bij kwart van alle renovaties. Bij de striktere opvatting van ‘renovatie’ van het ministerie zal dit minder vaak voorkomen, denkt Poel: “Ja, ook bij de definitie van het ministerie zal ontsnappen aan de regelgeving zeker gebeuren, maar naar verwachting wel in mindere mate. Veel mensen zullen het vervangen van bouwdelen liever allemaal in een keer willen doen”, zegt Poel.
Installaties
Een tweede aanpassing van het Bouwbesluit betreft installaties. Voor warmtapwatersystemen, koel- en verwarmingssystemen en grote ventilatiesystemen (vanaf 5000 m3 per uur) gelden vanaf 1 juli minimum rendementseisen als deze onder handen zijn genomen. Het ministerie heeft toegezegd een online rekentool te ontwikkelen waarbij per systeem uitgerekend kan worden of aan de rendementseisen wordt voldaan. Hoe die eisen precies gehaald worden, is aan de eigenaar. Als het rendement op het vereiste niveau kan komen door isolatie van de leidingen, dan kan hij daar voor kiezen. Dan gaat het bijvoorbeeld om isolatie van leidingen in onverwarmde ruimten en om het isoleren van radiatoren voor glazen puien door middel van stralingsschermen
Toch lijkt deze handreiking naar de leidingisolatiebranche een beetje loos, vindt Marc Volder, van isolatiefabrikant Thermaflex. “Leidingisolatie is namelijk niet opgenomen in die andere belangrijke regel: het energielabel voor gebouwen. Zolang dat niet het geval is, zullen weinig gebouweigenaren hiervoor kiezen. En dat terwijl er in een gemiddelde woning 30 meter cv-leiding ligt. Voor honderd euro heb je die geïsoleerd. Die kosten heb je binnen een seizoen terugverdiend, want het isoleren van CV-leidingen in onverwarmde ruimtes levert al snel meer dan honderd euro per jaar op. Maar samenhang in de regels ontbreekt nog.”
Ook Bart Poel zegt dat maatregelen om het systeemrendement te verbeteren vaker aan de opwekkant (bijv. HR-ketel, wtw-ventilatie-apparaat) zullen plaatsvinden. Al moeten we van deze Bouwbesluitwijziging geen al te hoge verwachtingen hebben. “We zullen met de nieuwe rendementseisen geen gigantische energiebesparende stappen nemen. In Nederland zijn de installaties al behoorlijk energiezuinig. Voor andere delen van Europa is dit anders.”
Installatiebranchevereniging Uneto-VNI onderschrijft het standpunt van Poel. “De rendementseisen zijn niet erg hoog. HR 100-ketel voldoet bijvoorbeeld al”, zegt woordvoerder Dick Reijman
Kantoren
Een mooi stapje, maar slechts één van de vele die gemaakt moeten worden om daadwerkelijk energiebesparende renovaties in kantoren teweeg te brengen, zo omschrijft Maarten Dansen de nieuwe regels. Dansen werkt bij de Dutch Green Building Council en is voorzitter van Platform Duurzame Huisvesting voor Kantoren van AgentschapNL. “De kantorenmarkt blijft achter. Veel kantoorruimte staat leeg en de meeste eigenaren wachten met opknappen tot ze een nieuwe huurder hebben gevonden. En dat kan in deze tijd lang duren”, zegt Maarten Dansen.
“De koplopers in de verduurzaming hebben deze nieuwe regels niet nodig. Het is wel goed om op deze manier ook de achterblijvers mee te krijgen”, aldus Dansen. Toch is energiebesparende techniek maar een deel van de puzzel. “Het gaat om de gebruikers. Als je driedubbel glas hebt, maar vervolgens altijd je ramen op laat staan, ben je nog nergens.”
Verschenen in Cobouw, april 2013