De bankierseed die vanaf 1 januari gaat gelden in de financiële sector geeft medewerkers de mogelijkheid kritische vragen te stellen aan het bestuur van financiële bedrijven.
“Financiële instellingen zijn vaak autoritaire organisaties. Maar als bestuurders de bankierseed hebben ondertekend, kunnen medewerkers daar naar wijzen als ze het niet eens zijn met onethische beslissingen in de top. Het stelt ze in de gelegenheid dilemma’s aan te kaarten.” Dat zegt Hans Ludo van Mierlo, ‘geestelijk vader’ van de bankierseed vrijdag tegen NUzakelijk.
Van Mierlo schreef in 2008 het boek ‘Gepast en ongepast geld’, waarin hij zijn ervaringen van 24 jaar in de financiële sector optekent. “Ik besloot het boek te eindigen met een bankierseed. Een licht gewijzigde versie van mijn tekst werd opgenomen in de Code banken en een paar maanden geleden door de Tweede Kamer wettelijk vastgelegd voor de hele sector”, aldus Van Mierlo.
Over een week zullen bestuurders en commissarissen van banken, verzekeraars, beleggingsinstellingen en financiële tussenpersonen een eed van nauwelijks een A4’tje moeten ondertekenen ten overstaan van hun collega’s.
Daarin zweren zij, net zoals artsen dat doen, dat ze goed met het geld van hun klanten om zullen gaan en dat ze het vertrouwen dat klanten hen geven niet zullen beschamen.
Uitzendkracht
Het Kabinet en de Tweede Kamer willen ook dat alle medewerkers in de financiële sector – zo’n 250.000 man – de eed afleggen. Dit zou dan mondeling gebeuren aan de direct leidinggevende, in het bijzijn van getuigen.
“Zelfs een uitzendkracht die drie weken komt werken, krijgt er dan mee te maken.” Deze vrijdag liet de Raad van State zich echter kritisch uit over de bankierseed voor gewone medewerkers.
De bankierseed moet ervoor zorgen dat recente excessen, waarbij banken te grote risico’s namen, tot het verleden gaan behoren. “De uitwassen van het Angelsaksische model moeten bestreden worden. Daarin zijn bankiers en andere mensen in de financiële sector verkopers geworden, in plaats van verantwoordelijke adviseurs van klanten”, zegt Van Mierlo.
“Daarnaast kan de eed in de plaats komen van de tientallen ethische codes die nu al bij banken in omloop zijn, maar die bij niemand van het personeel echt bekend zijn. De eed geldt voor de hele sector. Dus banken en andere instellingen hoeven niet meer te concurreren over wie het beste jongetje van de klas is. De eed is geen keurmerk, maar maakt wezenlijk deel uit van alle organisaties.”
Klad
“Twintig jaar geleden hadden banken hun zaken netjes voor elkaar. Men kon ze vertrouwen. Langzaamaan kwam de klad er in. Bij sommige bankonderdelen ontstond een nieuwe moraal. Het ging alleen nog om de winst. Geld werd met geld gemaakt. Ik heb in mijn tijd bij ING meegemaakt hoe delen van de bank langzaam uit de rails raakten.”
“Werknemers werden alleen nog afgerekend op financiële criteria. ‘Wij hebben geen klanten, alleen maar bedrijfsonderdelen ’, zei de hoogste top. En ‘Onze bedrijfsonderdelen moeten hun klanten beter uitmelken’. Van financiële dienstverleners werden bankiers verkopers van financiële producten. Daar kon ik niet mee uit de voeten. Ik ben toen naar de Rabobank gegaan, waar de sfeer anders was.”
Pensioenfondsen
Ook beleggingsinstellingen raakten hun verantwoordelijkheid kwijt. “Winstmaximalisatie was het belangrijkste streven van pensioenfonds het ABP. Daar waren ze trots op. Maar mijn geld zit daar ook. En winstmaximalisatie is niet mijn doel. Ik wil straks leven in een wereld waar het goed toeven is. Mijn pensioengeld mag daarvoor geïnvesteerd worden. ”
De inspiratie voor de bankierseed vond Van Mierlo in de eed voor artsen, de Eed van Hippocrates. “Bij deze beroepen grijp je met je werk enorm in in het leven van mensen. Daarom moet je stilstaan bij wat je drijfveren zijn. Dat geldt voor bankiers net zo goed als voor artsen.”
winstmaximalisatie is niet mijn doel
Andere reden om bij Hippocrates op bezoek te gaan, was dat de tekst kort was. “Het gaat er niet om een juridisch dichtgetimmerd document te krijgen. Het is juist de bedoeling dat je het onthoudt als je het een of twee keer gehoord hebt.”
Jeugd
Een eed voor mensen in de sector is mooi. Maar waar de echte verandering moet plaatsvinden is bij de jeugd. “Bij economie op de middelbare school moet er al bij worden stilgestaan. En later bij Heao’s. Sommige mensen die al zo lang in de sector rond lopen, kunnen hun gedrag niet meer makkelijk veranderen. Veel zal moeten komen van nieuwe lichtingen. Een volledige omslag zal nog wel 15 jaar duren.”
De bankierseed is er uiteindelijk heel snel gekomen. Dat is positief nieuws, vindt Van Mierlo. Toch schuilt daarin ook een gevaar. “Ik had gedacht dat de eed het resultaat zou zijn van jarenlange debatten in de sector. Dat is nu niet gebeurd. Daardoor heeft de sector de eed ook nog niet geïnternaliseerd en het lijkt er soms op dat ze hem alleen wilden gebruiken als afweerschild tegen verdere regelgeving. De bankierseed slaagt alleen als we er voortdurend mee bezig blijven. We mogen niet verslappen nu. Doorpakken. Anders verwatert het.”
Maar het resultaat kan mooi zijn. “In de sector zal men beseffen dat het om een dienend beroep gaat. Voor geldbeluste mensen is dan geen plaats meer.” En uiteindelijk kan ook de rest van de wereld overstag gaan. “De eed kan een exportproduct worden. Nederland kan weer gidsland zijn.”
Op NUzakelijk 28 december 2012