Meewind maakt statement met Belwind

Een consortium van grote bedrijven en enkele Nederlandse en Vlaamse participatiemaatschappijen bouwt een offshore windpark van 165 MW 46 kilometer uit de kust van de Vlaamse havenplaats Zeebrugge. “En het gaat ongelofelijk snel.”

Door Tijdo van der Zee

Drie fundatiepalen liggen er pas in de haven van Zeebrugge. Meer is nog niet te zien aan het offshore windpark Belwind, dat komende jaren op de Bligh Bank, 46 kilometer uit de kust van de Vlaamse havenstad wordt gebouwd. Maar die drie palen zijn wel hét bewijs dat het windpark echt gebouwd wordt. En daar zag het na het faillissement van ontwikkelaar Econcern dit voorjaar niet naar uit. Alle reden dus voor Belwind om de vlag uit te hangen en investeerders en journalisten uit te nodigen voor een rondleiding.

Flessenhals

Het stuk land dat Belwind gebruikt in de haven van Zeebrugge is enkele hectaren groot en wordt gebruikt als tussenstation. De fundatiepalen, of monopiles, worden per twee stuks met een vrachtschip aangeleverd vanuit het Oost-Duitse Rostock, waar ze worden gefabriceerd. In Zeebrugge takelen twee stevige kranen de palen op land. “Er zijn maar een paar kranen die dat kunnen”, zegt Bernard van Hemert van Belwind. De monopiles blijven daar liggen tot de Nederlandse aannemer Van Oord ze op de juiste locatie in de zeebodem heit. De fundatiepalen zijn wellicht geen technologische hoogstandjes, maar de afmeting doet duizelen. Per stuk wegen de stalen joekels 300 tot 550 ton, de lengte varieert van 50 tot 70 meter en de dikte van de buiswanden bedraagt zo’n 10 centimeter. De bovenste tien meter van de palen lopen taps toe, als een flessenhals. Die constructie vergemakkelijkt het heien en is beter bestand tegen golfslag.

De 55 windturbines van elk 3 MW hebben in 2011 een totaal vermogen van 165 MW. “Natuurlijk kunnen we ook 5 MW-molens gebruiken, maar daar zijn er nog maar zo weinig van. We gaan hier voor bewezen technieken”, zegt Van Hemert. De locatie van alle 55 turbines is vooraf uiterst nauwkeurig bepaald. De Bligh Bank bestaat uit een soort onderwaterduinen, waardoor de diepte per windmolen verschilt. Ook de samenstelling van de grondlagen is niet overal gelijk, dus voor elke paal is ook een individuele heidiepte vastgesteld. “Tijdens deze proefboringen wordt ook regelmatig een bom uit de Tweede Wereldoorlog gevonden. Wij kwamen ze gelukkig niet tegen, maar onze collega’s van een ander windpark op een ander deel van de Bligh Bank wel”, zegt Bernard van Hemert.

Lange neus

De werknemers van Belwind, waarvan het grootste deel eerder werkte aan het Nederlandse windpark Q7, zien zich de komende jaren gesteld voor een enorme logistieke uitdaging. Grootste vijand is het weer. “We moeten minstens 55 keer het water op. Dat betekent dat we niet kunnen wachten tot het weer ideaal is”, zegt Van Hemert. De kans is groot dat wind en golven zo heftig worden dat het schip zijn missie moet afbreken en terug moet naar de veilige haven. Zonde van het geld: het schip kost de organisatie 170.000 euro per dag. Van Hemert: “Als we op dat moment de kabel leggen, moeten we die doorknippen en later aan elkaar monteren met een soort kroonsteentje.”

Bernard van Hemert is geen onbekende in de windmolenbusiness. Hij werkte net als enkele collega’s aan Q7 en is ook regelmatig aan de Britse kant van de Noordzee te vinden. “De besluitvorming rond Belwind is heel snel gegaan. Iedere participant in het park heeft natuurlijk zijn eigen motieven, maar ik merk toch hier en daar dat er een lange neus wordt gemaakt naar de Nederlandse overheid. Daar duurt het proces zo lang en hier kan het gewoon snel. Het is dus ook een beetje een statement.”

Gevoel

Meewind is de Nederlandse participatiemaatschappij in Belwind, waarbij ‘iedere participatie vanaf 1.000 euro welkom’ is, aldus de brochure. Eén van die participanten is Rob van Hagen, en ook hij neemt de gelegenheid te baat om een kijkje te nemen bij ‘zijn’ palen in de winderige Zeebrugse haven. “Ik beleg liever in zo’n project dan dat ik het geld naar de bank breng”, stelt hij. Volgens Van Hagen verloopt de communicatie met Meewind uitstekend en dat is dan ook een reden dat hij vertrouwen heeft in het Belgische avontuur. “Elke belegging brengt risico’s met zich mee. Hier heb ik mijn gevoel laten spreken. Ik heb echt geen gedegen risicoanalyse gemaakt”, zegt Van Hagen.

Ook de gemeente Den Haag heeft zich verzekerd van een stukje windmolenpark. “Al was het maar omdat plannen voor een windpark bij het Prins Clausplein niet van de grond kwamen”, zegt milieuwethouder Peter Smit. Een enorme symbolische cheque van tien miljoen euro had de wethouder eerder overhandigd aan de projectleiders van Belwind en Meewind. De cameraman die de gemeente had ingehuurd legde vast hoe de heren in maatkostuum het striemende zand uit hun ogen wreven en de veiligheidshelm stevig op hun hoofden drukten. En de wethouder zei: ‘Wij doen mee omdat wij een duurzaamheidstrategie hebben. Wij willen de CO2-uitstoot van de stad verminderen en dat kun je natuurlijk ook doen door duurzame energie op te wekken of te laten opwekken door anderen.’ [Zie ook kader, red.].

Later, in het warme havenrestaurant vervolgde Smit: “We kunnen natuurlijk wel wachten tot we mee kunnen doen met een project in Nederland, maar ik zie daar toch de eerstkomende paar jaar geen windparken op zee verrijzen. En wat makt het ook uit? CO2houdt zich niet aan grenzen en de ijsberen op de Noordpool maakt het echt niet uit of we in Nederland of in België CO2-uitstoot reduceren.” De Haagse wethouder heeft vertrouwen in het project, ondanks het feit dat voormalig initiatiefnemer Econcern ter ziele ging en ook ondanks de slechte prestaties van duurzame investeringsvehikels als ZonInvest. Ook dat bedrijf rekende zich rijk met subsidies, die later werden ingetrokken. “Ik kan het Belgische systeem vertrouwen als ik zie dat tweederde van de participanten in Belwind Belgisch is”, stelt Smit.

Angst

Een nieuw financieel debacle zou een nachtmerrie zijn voor de investeerders en iedereen die windenergie een warm hart toe draagt. Toch is dat niet de grootste angst voor Belwind- medewerker Bernard van Hemert. “Ik ben bang dat er een ongeluk gebeurt”, zegt hij met een serieus gezicht, “We werken hier met grote voorwerpen. In principe hebben we alles berekend, maar er zijn altijd van die grensgevallen met het weer. Dat je denkt van ‘kan het wel of kan het niet’. Dan maak ik me echt zorgen.”

[KADER]

Den Haag

Een investering in een offshore windmolenpark van 10 miljoen euro levert de gemeente een jaarlijkse vermeden CO2-uitstoot op van 17.500 ton, oftewel de uitstoot van 10.000 huishoudens, zo berekenden Haagse ambtenaren. Wethouder Peter Smit stelt dat daarmee een groot deel van de CO2-doelstellingen worden gehaald. In een reactie beaamt een woordvoerder: “Wij zijn producent van groene stroom, we hoeven die niet af te nemen om toch aan onze CO2-doelstellingen te voldoen.”

Maar dit wordt door deskundigen en politici betwijfeld. Immers, wanneer de groene stroom aan (Belgische) consumenten wordt verkocht, die hiermee ook CO2-uitstoot reduceren, produceert één windmolen een dubbele CO2-reductie: één keer voor Den Haag en één keer voor de consument.

“Het risico bestaat dat de CO2-reductie van het Belgische windpark dubbel geteld gaat worden: Den Haag schrijft de reductie op zijn milieubalans, terwijl de opgewekte stroom ook nog als groene stroom aan Belgische consumenten wordt verkocht”, zegt CO2-emissiehandelspecialist Jos Cozijnsen op de website van EnergieGids.nl. “Den Haag zou eigenlijk CO2-reductie in losstaande projecten in Den Haag moeten bevorderen en de duurzame energieverbetering als aparte doelstellingen moeten zien. Want bij CO2-reductie in energieprojecten is er al snel overlap met CO2-verplichtingen van energiebedrijven.”

Hoe groen Den Haag kan scoren met het aandeel in Belwind hangt helemaal af van wat er vervolgens met de stroom gebeurt, zegt Marc Allessie, directeur van de Nederlandse Emissie Autoriteit in rePublic.nl. “Als die stroom de Nederlandse markt op gaat, dan draagt Den Haag indirect bij aan verduurzaming van de samenleving. Maar in termen van uitgespaarde CO2 in het kader van het gemeentelijk klimaatbeleid zie ik niet hoe ze daarmee zouden kunnen scoren.” Ook het PvdA-gemeenteraadslid Willem Minderhout stelde hierover onlangs vragen tijdens een commissievergadering. De wethouder stelde toen echter zich “geen zorgen te maken.”

Bron: EnergieGids.nl okt 2009

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s