Warmte-/koudeopslag niet nodig met PCM-plafond

‘Duurzaamheid moet je gewoon doen.’ Dat is het motto van Van Dorp Installaties. Echter, voordat het bedrijf nieuwe producten aan klanten verkoopt test het ze het liefst eerst zelf, in de eigen kantoorpanden. Zo is de vestiging in Zevenaar, kantoor, proeftuin en showroom in een, waar met name de PCM-plafonds de interesse wekken.

Door Tijdo van der Zee

“De warmte- en koudebronnen waren al besteld, maar toen bleek dat een investering in een warmte/koudeopslagsysteem voor dit pand helemaal niet nodig was omdat de totale energiebehoefte voor dit pand gering bleek te zijn. Een kleine HR-ketel is alles wat we nu voor verwarming gebruiken”, zegt vestigingsdirecteur Robby de Reus, “Wanneer mensen zien dat dezelfde ketel die zij in huis gebruiken dit hele pand verwarmt, begrijpen ze pas hoe energiezuinig dit gebouw is.” Inderdaad oogt de Remeha Quinta 45 kW erg bescheiden.

PCM-plafond
Anders dan je misschien zou verwachten bij een installatiebedrijf begrijpt Van Dorp Installaties dat een geïsoleerde gebouwschil, naast efficiënte installaties en klimaatbeheer, een noodzakelijke voorwaarde is voor energiezuinige gebouwen. “Meer dan een halve meter dakisolatie plus natuurlijk HR++-glas.” Toch is het PCM (Phase Change Material)-klimaatplafond van partnerbedrijf Autarkis, dat in elke ruimte van het pand is geïnstalleerd, het meest in het oog springend. Dit plafond bestaat uit elementen van ongeveer anderhalf bij twee meter met daarin PCM-materiaal, een soort zoutoplossing, met een smeltpunt van 21 graden. ’s Nachts stroomt koele en gratis buitenlucht langs de elementen waardoor het materiaal afkoelt en stolt. Wanneer overdag de temperatuur tot boven de 21 graden stijgt door de aanwezigheid van mensen, computers en verlichting, smelt het materiaal; een proces waarvoor energie nodig is, die als warmte aan de ruimte wordt onttrokken en dus de ruimte afkoelt. “Wij testen de panelen in ons pand en voor de wetenschappelijke onderbouwing staat een opstelling bij de Universiteit van Wageningen. Wij geloven in dit product, maar harde cijfers ontbreken nog. Wij verwachten dat we in dit gebouw maar 40 procent van de energie gebruiken ten opzichte van een traditioneel systeem, en dat met een geringe meerinvestering ” Het product is in ieder geval nog niet uitontwikkeld: in het nieuwe kantoor van Van Dorp Installaties in Helmond plaatst de installateur een verbeterde versie.

Termietenheuvel
De Reus benadrukt dat het PCM-plafond alleen optimaal werkt in combinatie met een goede schilinstallatie en haalt daarvoor graag de ontwerper aan, Harry Schmitz, die het systeem op de kaart heeft gezet. De Reus maakt de vergelijking met een termietenheuvel. “Op de Afrikaanse savanne kan het ’s nachts vriezen en overdag brandend heet zijn. Maar in de broedkamers is het altijd even warm. In feite werkt die heuvel op dezelfde manier. De massa van het bouwwerk wordt ingezet als buffer.” Zo bezien werkt ook de betonnen constructie van het kantoorpand in Zevenaar als warmte- en koudebuffer.
Het gebouw in Zevenaar is zo ontworpen dat alle warmtebronnen optimaal worden benut. Wanneer warmte nodig is, overrulet het automatische klimaatsysteem bijvoorbeeld de zonwering, waardoor die niet naar beneden gaat en de zon de ruimten kan verwarmen. In dat geval zitten de werknemers met onleesbare computerschermen. “We hebben die zo opgesteld dat men geen last heeft van de zon. Maar het is waar, er is geen individuele bediening mogelijk van de zonwering. Individuele bediening is uiteraard wel een optie maar wij hebben hier niet voor gekozen; elke zonnestraal die we gratis kunnen benutten daar maken we graag gebruik van.”, zegt De Reus.

Experimenteren
Het kantoorgebouw van Van Dorp Installaties is nieuw en de installateur was vanaf het begin bij de bouw betrokken. “Dat is het ideaalbeeld. Dat de architect, de bouwer en de installateur vanaf de tekentafel samenwerken. Dat zie je nog te weinig gebeuren.” Overigens bestrijdt De Reus dat installateurs het liefst willen werken in nieuwbouw. “Bestaande bouw biedt ook zeer interessante uitdagingen.” Het kantoorpand in Zevenaar is nog niet energieneutraal. “Wij willen het pand voorzien van zonnepanelen en windenergie. Maar de gemeente heeft onze vergunningsaanvraag voor twee windturbines geweigerd. We testen nu ook hybride lichtmasten, dat zijn lichtmasten voorzien van een zonnepaneel en een windturbine, op onze parkeerplaats en een windturbine van donQi op het dak van onze vestiging in Zoetermeer. Daarvoor werd wel een vergunning verleend. Door te experimenteren met de toepassing van energiezuinige producten doen we kennis en ervaring op die we weer kunnen toepassen bij onze klanten en leveren we een bijdrage om het ‘vliegwiel dat duurzaamheid heet’ op gang te brengen.”

Bron: EnergieGids.nl jan 2010

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s