‘Bied crowdfunder zicht op rendement’

Van 2000 tot 2007 was investeren in films zeer lucratief. Via een fiscale maatregel kon elke investeerder rekenen op een aardig rendement. Maar deze zogenoemde CV-regeling was gevoelig voor misbruik.

Het animo onder investeerders was namelijk zo groot, dat zelfs slechte scripts een verfilming kregen. Maar met het stoppen van de regeling, droogde ook een belangrijke geldbron voor de filmindustrie op.

Sinds enkele jaren is er een nieuwe financieringsbron voor filmmakers: de cinefiele massa. Filmliefhebbers kunnen tegenwoordig in drie crowdfund-platforms – Voordekunst, EU1.tv en Cinecrowd – filminitiatieven financieel ondersteunen.

Cinecrowd kwam vorig jaar in het nieuws toen een project van regisseur Eddy Terstall, bekend van onder meer de film Simon, er in korte tijd een stevig bedrag ophaalde. De eerder geplande korte film kon ineens worden uitgewerkt tot een lange speelfilm. Terstall legt momenteel de laatste hand aan de film ‘Deal’.

Een groot succes was dat, beaamt Roel van de Weijer. Maar ‘Deal’ is zeker niet illustratief voor het gemiddelde project op Cinecrowd. Over het algemeen gaat het om kleinere bedragen. Ook moet niet de indruk ontstaan dat een film volledig gefinancierd kan worden door geld uit het crowdfund.

“Het gaat om de laatste 10 procent van de financiering. ‘Gap financing’ noemen we dat. Het grootste deel, zo’n 60 à 70 procent, komt van filmfondsen. Dan is er vaak nog een deel van grotere sponsors, zoals bedrijven.”

Die resterende 10 procent is echter belangrijker dan je op grond van het bedrag zou verwachten. “Veel filmfondsen, zowel in Nederland als daarbuiten, accepteren volledige financiering van één bron namelijk niet. Crowdfunding kan daarin een oplossing bieden.”

Daarnaast laat populariteit op het crowdfund-platform grotere financiers ook zien dat het project potentie heeft. “Maatschappelijk draagvlak”, noemt Van de Weijer dat. “En dat trekt die andere financiers dan weer over de streep.”

Hoewel al tientallen projecten via de drie crowdfund-platforms de beoogde hoeveelheid euro’s hebben opgehaald, merkt Van de Weijer dat de Nederlandse markt voor crowdfunding zijn beperkingen kent. Nederland is eigenlijk te klein. “We werken aan schaalvergroting. We kunnen sinds kort ook betalingen en projecten uit België ontvangen. Al leeft crowdfunding bij onze zuiderburen wel minder dan hier.”

Van de Weijer kijkt met enige jaloezie naar Amerika, dat van kust tot kust één grote markt is. “In Europa hebben we taalbarrières, maar ook grote cultuurverschillen. We vinden in Europa allemaal iets anders mooi. Dat verschil merk je al in Vlaanderen. Amerika kent maar één cultuur.”

Wie nu investeert in films op Cinecrowd, krijgt zijn rendement in natura: een filmkaartje, je naam op de aftiteling, een bezoek aan de filmset. Dat is natuurlijk mooi, maar Cinecrowd wil meer. Een echte investeringsstructuur waarbij men rendement op zijn investering kan verwachten. Als aanvulling op zoals het nu gaat op Cinecrowd.

Daarvoor is echter wel een vergunning van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) nodig, die pas na het voldoen van enige voorwaarden wordt verstrekt. “We zijn hiermee bezig”, zegt Van de Weijer, “Maar we zien nog een aantal juridische belemmeringen.”

De zakelijk directeur denkt echter dat ook zonder vergunning van de AFM nog wel een deugdelijke investeringsstructuur is op te zetten. “Er is een alternatieve oplossing. We zijn dit nu aan het onderzoeken.”

Als het lukt om investeerders cash in het vooruitzicht te stellen, dan zullen filmmakers daarvan kunnen profiteren, denkt Van de Weijer. “Er is namelijk genoeg interesse bij investeerders”, zegt hij. “Zelfs vanuit Amerika kunnen we dan wat verwachten, want daar mogen financiers in publieke fondsen geen rendement krijgen.”

Overigens moeten dergelijke investeringen ook nog fiscaal aantrekkelijk gemaakt worden, willen ze een echte vlucht nemen, meent Van de Weijer.

Ook denkt hij dat terugbetalen in natura belangrijk blijft, ook voor investeerders. “Je moet hen blijven betrekken bij de projecten. Mensen krijgen daar een goed gevoel bij.”

Bij een bijeenkomst onlangs in bioscoop Het Ketelhuis in Amsterdam zei Marjan van der Haar, directeur van de Nederlandse Vereniging van Speelfilmproducenten, dat de verschillende crowdfund-platforms meer moeten samenwerken. Alleen zouden ze te zwak zijn en elkaar zelfs tegenwerken.

Van de Weijer ziet daar ook de voordelen wel van. “Dan is voor de consumenten meteen duidelijk waar ze moeten zijn. Ook grote filminstituten als Eye kunnen dan zeggen: ‘Dit is the place to be’. Nu kunnen ze dat niet doen zonder de één te bevoordelen en de ander te benadelen.”

 

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s