Alliander maakt vaart met warmtenetten

Wat hebben Boxtel, Haarlem en Hengelo gemeen? Ze sloten afgelopen maanden alle drie een overeenkomst met Alliander Duurzame Gebiedsontwikkeling (DGO) om de mogelijkheden van een warmtenet voor woningen en bedrijven te onderzoeken. “Volgend jaar willen we dat er daadwerkelijk gegraven wordt bij drie à vier projecten”, zegt general manager Roelof Potters.

Begin deze maand tekenden drie woningcorporaties, de gemeente Haarlem en Alliander DGO een intentieovereenkomst om in het stadsdeel Schalkwijk een warmtenet te gaan ontwikkelen, met een geothermische bron als warmtebron. Volgens Potters is de business case “robuust”: als de woningcorporaties de helft van hun in totaal 6.000 woningen willen aansluiten, is het warmtenet al haalbaar. Dit terwijl er ongeveer 12.000 woningen in het verzorgingsgebied liggen en ook het Kennemer Gasthuis zou kunnen worden aangesloten. “En daarbij is rekening gehouden met de toekomstige energiebesparing in de woningen na renovatie.”

De warmtebron moet de warmte gaan oppompen uit de productieve Slochterenlaag, waar ook de nabijgelegen Heemskerkse orchideeënkwekerij Floricultura op aangesloten is. Door in eerste instantie te beginnen met een relatief klein aantal aansluitingen kan het risico worden ondervangen dat de bron niet zoveel produceert als verwacht. “Als het meevalt kan er makkelijk uitgebreid worden.” Potters verwacht dat nog deze winter een investeringsbeslissing gemaakt kan worden over een initiële investering van EUR 20 mln.
Warmtebuizen bij een warmtenet in Kopenhagen

Alliander DGO is een nog jong bedrijfsonderdeel van Alliander NV. De oprichtingsakte dateert van 1 juli 2013. Maar nu al is de organisatie met “ongeveer 25 gemeenten” in gesprek over het creëren van een warmte-infrastructuur. Daarbij werden enkele projecten “geërfd” van moederbedrijf Alliander, bijvoorbeeld de contacten in Nijmegen en Zaanstad. Alliander DGO benadert gemeenten ook actief, met de vraag of een warmtenet misschien een interessant idee zou zijn. Maar vaker nog gaat het om het vlot trekken van bestaande projecten, die om verschillende redenen niet van de grond komen.

Voorbeeld daarvan is Hengelo, waar Alliander DGO vorige maand toezegde te adviseren over hoe het best gebruik kan worden gemaakt van restwarmte “om niet” van de nabijgelegen fabriek van Akzo Nobel. Dat project loopt al minstens tien jaar. Onlangs verscheen een vernietigend rapport van Kennispunt Twente over het jarenlange amateurisme in de projectorganisatie, dat ertoe leidde dat de gemeente telkens de portemonnee moet trekken, zonder er een warmtenet voor terug te krijgen. Een professionele aanpak is nu een voorwaarde van de provincie om het project nog langer te steunen. Alliander DGO wil zich juridisch nog niet binden aan het project, omdat “we de business case nog niet hebben kunnen valideren”, zegt Potters. “Zodra alles in orde is en we een helder beeld hebben, zullen wij instappen en ook verantwoordelijk gehouden kunnen worden.”

Wat Potters vaak ziet is dat de ambitie er wel is om iets met warmte te doen in een gemeente. Leveranciers willen wel warmte leveren en afnemers zien duurzame warmte ook wel zitten. “Maar de infrastructuur is dan vaak de sluitpost. Dat gaat dan dus vaak verkeerd. Wij wijzen de partijen er op dat ze een actieve houding moeten aannemen, en menskracht en geld inzetten.” Die aanjagende rol kan Alliander DGO vervullen, stelt Potters. Maar er is nog een reden dat Alliander DGO een goede partij is om in te schakelen, stelt Potters en dat is om het warmtenet non-discriminatoir te houden. In veel gevallen zijn producenten ook eigenaar van het warmtenet, waardoor het niet altijd makkelijk is om als nieuwe warmteleverancier op het net aan te haken. Ook de vrijheid van (grote) klanten om je eigen warmteleverancier te kiezen wordt volgens Potters door een partij als Alliander DGO beter gewaarborgd.

Het meest recente project van Alliander DGO ging anderhalve week geleden in Boxtel van start. Daar sloot de Alliander-dochter met de gemeente Boxtel, woonstichting Sint Joseph, Maris Projects, Brabant Water en Enexis een overeenkomst om de haalbaarheid van een warmtenet te onderzoeken. Al die projecten die in de pijplijn zitten, moeten natuurlijk uiteindelijk leiden tot de aanleg van buizen in de grond. Potters: “Voor volgend jaar verwacht ik dat we bij drie à vier projecten daadwerkelijk aan het graven zullen zijn.”

Door: Tijdo van der Zee
In: Energeia, okt. 2015

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s