Bouw trekt de energiesector de virtuele wereld in

De energiesector kan zich opmaken voor een volgende digitaliseringsslag, als het aan partijen in de bouwsector ligt. Want daar wint het digitale 3D Bouwwerk Informatie Model (Bim) snel aan populariteit. En aangezien de energie-infrastructuur vaak tot diep in een gebouw steekt, krijgen energiebedrijven en netbeheerders steeds vaker de vraag voorgelegd of zij hun werk ook willen digitaliseren. De belofte van Bim: vereenvoudigde toegang tot projectinformatie en een verlaging van de faalkosten.

Gebouw Pontsteiger aan het Amsterdamse IJ kreeg begin dit jaar landelijke bekendheid toen bleek dat horecaondernemer Won Yip er een penthouse had gekocht van 1.440 vierkante meter voor een bedrag van “ver boven de EUR 15 mln”, aldus de Amsterdamse krant Het Parool.

Het in aanbouw zijn woon- en werkcomplex van ruim 90 meter hoog is voor de energiesector echter om een andere reden relevant. Het project is voor energiebedrijf Nuon namelijk de eerste kennismaking met Bim. De appartementen in het gebouw zullen straks individueel gekoeld worden met koude uit het IJ en verwarmd met warmte uit Nuons stadswarmtenet. En omdat Pontsteiger in een zeer hoog Bim-detailniveau is uitgewerkt, konden de honderden leidingen en installatie-onderdelen zoals afsluiters en drukregelaars van Nuon niet overgeslagen worden.

Volgens Nuon-woordvoerder Ariane Volz is de ervaring met Bim “erg positief”. Nuon heeft de digitale elementen niet zelf aangeleverd, maar het tekenwerk overgelaten aan modelleurs van een installatieadviesbureau. Of het digitaal uitwerken van de infrastructuur in het gebouw daadwerkelijk voordeel gaat opleveren, moet volgens Volz blijken als Pontsteiger straks fysiek gebouwd is.

Nuon heeft nu dus aan Bim geroken en wacht verder even af. Volz: “We hebben nog geen Bim-beleid. We moeten eerst nog kijken hoe het nu daadwerkelijk in de praktijk zal uitpakken. De vraag om Bim horen we wel steeds vaker en ook zonder de uitkomsten bij het Pontsteigergebouw kunnen we zeggen dat het gebruik van 3D-tekentechnieken zijn vruchten afwerpt in het ontwerp.”

Wat is Bim?
Bim was onder architecten en in de bouw- en installatiewereld tot een jaar of vijf geleden een buzz-woord. Maar de fase van hype is Bim inmiddels wel ontgroeid. Weinigen lijken er nog aan te twijfelen dat Bim de toekomst is en een ruime meerderheid van bedrijven in de bouw heeft Bim-projecten in zijn portfolio zitten, blijkt uit recent onderzoek van ABN Amro. Maar wat is Bim? Daar is geen eenduidig antwoord op te geven.

In de meest nauwe betekenis gaat Bim over het gedetailleerd uitwerken van een gebouw in 3D, alvorens de eerste spade de grond in gaat. Er worden ruwweg vijf verschillende officiële detailniveaus onderscheiden, beginnend bij LOD100 (level of detail) oplopend tot LOD500. Bij het begin van een project wordt doorgaans afgesproken tot welk detailniveau een gebouw wordt uitgewerkt. Gebouw Pontsteiger werd bijvoorbeeld opgeleverd in LOD400, wat betekent dat alle objecten in het gebouw zeer precies zijn weergegeven en dat er aan deze objecten -denk aan een warmtepomp of een radiator- allerlei informatie is gekoppeld die niets met de geometrie te maken heeft. Bijvoorbeeld garantietermijnen en onderhoudsinstructies; die worden zichtbaar als er op dat object wordt geklikt.

In een bredere betekenis gaat Bim over samenwerken en is het een voortzetting van het wat oudere begrip ‘bouwteam’. Idee is dat alle partijen al in het beginstadium bij een project betrokken zijn. Het digitaal uitwerken van een gebouw, waarbij iedere bouwpartner zijn eigen aandeel levert -aannemer, installateur, architect- maakt snel duidelijk waar zich problemen –clashes, in Bim-taal- kunnen voordoen. Door die meteen digitaal op te lossen, hoef je later op de bouw niet ineens een gat in een betonnen muur te boren, omdat er geen rekening is gehouden met een bepaalde leiding. Deze samenwerking vergt een andere manier van denken, omdat de sector vanouds gewend is opeenvolgend aan een bouwproject te werken.

Sky is the limit
De sky is the limit in een Bim. Je kan zo gedetailleerd gaan als je zelf wil. Je zou er echter voor kunnen pleiten om energiebedrijven en netwerkbedrijven buiten Bim te houden. Het zou voldoende kunnen zijn om de schachten voor de leidingen te ontwerpen en het verder zo te laten. Toch pleiten bouwpartners ervoor dat de energiesector zich er meer in gaat verdiepen.

Gerwin Korpershoek, informatiemanager bij installatiebedrijf Unica zegt hierover: “Netbeheerders en energiebedrijven hebben zeker baat bij werken met Bim. Het is immers belangrijk om te weten waar de afsluiters en meters zitten en hoe de energieleidingen lopen. Doordat de informatie middels Bim digitaal ontsluitbaar en up-to-date is, zijn aanpassingen sneller door te voeren -kortere doorlooptijden. Het kost veel tijd en geld om de informatie via andere wegen boven tafel te krijgen. Dat is zonde en niet nodig met Bim.” En Raymond Jacobs, directeur Sales en Business Development bij installatiebedrijf Spie, zegt: “De energiesector kan hier zeker een grote sprong maken. Met de digitale transformatie kan je het werk als het ware van buiten naar je bureau halen en kan je makkelijker in kaart brengen wat de juiste mogelijkheden zijn. Daar kunnen we met zijn allen baat bij hebben.”

De sector zou er dus goed aan doen Bim serieus te nemen. Gebeurt dat ook? Een rondje langs de velden leert dat het concept nog niet tot in de haarvaten van energiebedrijven en netbeheerders is doorgedrongen. Enexis laat weten nog niet met Bim te werken. Alliander zegt “er wel in geïnteresseerd” te zijn maar “verder dan ‘interesse’ gaat het op dit moment nog niet”. Nuon heeft, zoals boven al gezegd, geen Bim-beleid. En Eneco laat weten binnen zijn warmte- en koude-activiteiten geen Bim-projecten te hebben.

Toch is het uiteindelijk wel binnen Eneco waar Bim een serieuze aangelegenheid begint te worden, zij het bij Eneco-dochter Joulz. Dat zegt Jorian Gauw, projectleider bij het ingenieurs- en adviesbureau van Joulz. Onlangs rondde hij zijn eerste Bim-project af. Het betrof een onderstation, waarbij het gebouw, de gebouwgebonden installaties en de schakeltuin eerst in 3D moesten worden opgebouwd. “De opdrachtgever eiste dat er gebimd zou worden”, zegt Gauw. Die opdrachtgever wil Gauw niet bij naam noemen, maar wel dat het een bedrijf is dat niet uit de elektriciteitssector komt. Joulz voerde bij dit onderstation de regie: het was de Bim-manager.

(Tekst loopt verder na de afbeelding.)
Onderdeel van een hoogspanningsmast, uitgewerkt in Bim. (Beeld :Joulz)

“Het was een uitdaging om met meerdere personen in één model te werken”, zegt hij, “iedereen gebruikte zijn eigen software, die nooit helemaal perfect op elkaar aansluit.” Gauw heeft het project als zeer positief ervaren. “We hadden met de opdrachtgever afgesproken om het model uit te werken tot LOD200. We zijn uiteindelijk nog tot een hoger niveau gekomen, maar dat hebben we niet opgeleverd naar de klant.”

In de steigers
Een nieuw Bim-project staat bij Joulz al in de steigers, een opdracht van hoogspanningsnetbeheerder Tennet. “Zij eisen niet dat we een Bim-model opleveren, maar we maken het model voor onszelf om aan de klant te laten zien wat er straks gebouwd wordt en dat het in één keer goed gebouwd gaat worden.”

Sommige bouwpartners zijn al erg ver met Bim, ziet Gauw. “Leveranciers als Alstom of Siemens bijvoorbeeld.” Maar veel zijn “er nog niet helemaal in thuis”, zegt de Joulz-man, die zijn eigen Bim-ervaring opdeed in een vorige baan bij ingenieursbureau Advin. Daar zal ook nog wel wat tijd overheen gaan, denkt hij. “Energiebedrijven en netbeheerders zullen er absoluut profijt van kunnen hebben, maar het vraagt een heel andere manier van werken. Hoe je je data opslaat, hoe je wijzigingen doorvoert. Dat gaat niet snel bij dit soort organisaties.”

Joulz is actief in de wereld van complexe hoogspannings- en middenspanningsinstallaties. Voor Bim in de gebouwde omgeving zou Stedin de aangewezen partij zijn, maar zij zijn er nog niet mee bezig. Gauw kan op de valreep een nieuwtje melden: “Op dit moment zijn we samen met Stedin aan het kijken zijn hoe we Bim, 3D-objectenbeheer en Virtual Reality een plek kunnen geven binnen de Stedin-organisatie en binnen Stedin-projecten.” Na de afsplitsing van Eneco is Joulz het niet-gereguleerde bedrijfsonderdeel van Stedin.

Geo-informatie en Bim
Digitalisering van de assets is niet iets waar de energiesector pas nu mee geconfronteerd wordt. Zo zijn de netbeheerders bijvoorbeeld druk bezig met het vectoriseren van hun ondergrondse leidingen in het Gis (Geografisch informatiesysteem). Volgens Jorian Gauw is dit systeem echter te beperkt en kan het op termijn beter aansluiten op één of ander 3D Bim-model. “Het Gis is heel schematisch en de informatie is heel lastig op te vragen. Als je de informatie in 3D hebt, dan kan je er bijvoorbeeld met een virtual reality-bril doorheen lopen en de assets aanklikken waar je meer informatie over wilt hebben. Dat maakt het veel laagdrempeliger.”

Bram Mommers, Bim-expert binnen Arcadis, is het ermee eens dat Gis en Bim niet los van elkaar zouden moeten bestaan. “Je wil naar een systeem van integraal informatiebeheer, dat niet begrensd wordt door of de informatie nu toevallig in het Gis of in een Bim zit. Dit zijn twee verschillende termen, maar in feite is de denkwijze hetzelfde.” Overigens ziet hij dat Bim in de energiesector wel degelijk voet aan de grond begint te krijgen. “Tennet voert steeds meer projecten uit in Bim, vooral vanwege de ‘I’ in Bim. Ze doen het voor de mogelijkheden van informatiemanagement.”

Kabelkelder gemodelleerd in Bim. (Beeld: Joulz)

Door: Tijdo van der Zee

In: Energeia, november 2016

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s