Er zit paardenvlees in de diepvrieslasagnes. Ook spaghetti bolognese, hamburgers en Zweedse balletjes ontkomen niet aan een portie paard. Het vleesschandaal doet denken aan die andere geflopte husseltruc: de Amerikaanse hypotheekcrisis.
Leek het probleem zich aanvankelijk te beperken tot Ierland en Groot-Brittannië, inmiddels heeft de paardenvleesaffaire zich over heel Europa uitgespreid en hebben ook Nederlandse supermarkten producten uit de schappen gehaald.
Dubieuze handelaren mengen goedkoop paardenvlees met duurder rundvlees, doen er een mooi wikkel om en verkopen het als 100 procent bief. Voor het volle pond natuurlijk. Makkelijk verdiend.
Waar doet dat principe toch aan denken? In 2007 leidde de ontmaskering van de Amerikaanse hypotheekfraude tot de grote mondiale economische crisis waar we nu nog steeds middenin zitten.
Want wat gebeurde daar? Vanuit de theorie dat de huizenprijzen altijd zouden blijven stijgen, smeerden banken miljoenen volstrekt onvermogende Amerikanen een hypotheek aan.
Overwaarde
Mocht het hen tegenzitten dan konden ze nog altijd hun huis met overwaarde verkopen. En anders kon de bank beslag leggen op het waardvolle bezit. Dat je nauwelijks betaald werk hoefde te hebben om een hypotheek te krijgen, daar had je het niet over.
Iedereen in de financiële wereld wist wel dat deze hypotheken geen schoonheidsprijs verdienden en een zeker risico in zich droegen. Maar daar is de prijs dan ook naar. Die is namelijk afhankelijk van het risico dat aan die leningen hangt.
Banken en andere financiële partijen verkopen zulke leningen aan elkaar. Dat is de gewoonste zaak van de wereld. Maar handige jongens hadden die slechte hypotheken vermengd en gehusseld met mooie dure producten, er een strikje omgedaan en ze verkocht alsof het godsgeschenken waren.
Niemand die het verschil kon of wilde zien: totdat sommige arme huiseigenaren in de problemen kwamen en hun hypotheek niet meer konden betalen.
Toen bleek dat zo’n beetje iedereen geïnfecteerd was; de hypotheekpakketjes hadden een weg gevonden naar de portefeuilles van banken over de hele wereld. Het financiële verkeer kwam piepend en krakend tot stilstand.
Vleeskeuze
Weer terug naar het paardenvlees. Is het erg dat we paardenvlees eten? Niet echt, als je tenminste niet erg principieel bent in je vleeskeuze. Misschien moeten we maar eens afstappen de poten van het paard benen te noemen.
Ook lijkt het in de discussie niet werkelijk te gaan om het voor mensen giftige middel fenylbutazon, dat sommige paarden krijgen toegediend ter voorkoming van reuma.
Wij maken ons vooral druk om het feit dat we gefopt worden. We krijgen niet te eten wat het etiket ons vertelt. Wat hebben we op die manier aan etiketten? Niks!
Husselen
Net als bij de hypotheken in Amerika, wordt vlees in Europa gekocht, verkocht en weer doorverkocht. Gemengd en gehusseld, net zolang tot niemand meer kan achterhalen waar en van welk beest het vlees afkomstig is.
De keten van het Europese vlees is lang en loopt zoals het nu in kaart gebracht is en niet per se in deze volgorde, van Zweden naar Groot-Brittannië naar Ierland, Frankrijk, Polen, Nederland, Roemenië en Cyprus.
Het punt is dan: wie is verantwoordelijk? Is dat de consument? Als hij namelijk gewoon een biefstuk koopt, in plaats van ondefinieerbare stukjes vlees in ondefinieerbare lasagnes, dan zit hij zeker goed. Eigen schuld, dikke bult.
Maar ja, biefstuk is prijzig. In een peiling van de BBC gaf dan ook slechts een derde van de ondervraagden aan door de fraude voortaan minder verwerkt vlees te gaan eten.
Of zijn de supermarkten verantwoordelijk? Uiteindelijk zijn zij de eindverkoper van het product. Of ligt de bal toch bij de handelaar die zijn spullen aan de supermarkt verkoopt?
Bessen plukken
Als kleine jongen moest ik vaak bessen plukken van mijn ouders. De tuin stond vol met rode-bessenstruiken die aan het eind van de lente allemaal tegelijk vrucht droegen. Voor ik mocht gaan voetballen moest ik in die periodes eerst een emmertje vol bessen plukken.
Om een beetje snel klaar te zijn stopte ik tussen de rode bessen hier en daar wat bladeren. Geen hond die het merkte, dacht ik. En hup, weg was ik.
Maar soms trok m’n moeder mij aan m’n oor. Dan moest ik er nog een emmertje bij plukken, voor straf, en zonder bladeren. Zij had mijn husselfraude wel door, helaas.
Het verschil met die andere twee fraudes heeft vooral te maken met de lengte van de keten. Die was in mijn geval tamelijk kort en helder.
Bij vlees en hypotheken gaan de producten zo vaak van hand tot hand, dat op den duur niemand meer verantwoordelijk is. Dan weet je zeker dat je genaaid gaat worden.
Verschenen 12 februari 2013 op NUzakelijk.nl