Een tosti is een simpel product: brood, kaas en ham. Maar er komt heel wat bij kijken als je alle ingrediënten zelf verbouwt. En dat is precies wat de initiatiefnemers van De Tostifabriek doen. En: midden in de stad.
De Tostifabriek is de afgelopen maanden in elkaar getimmerd bij de Van Gendthallen, een verlaten fabriek in het centrum van Amsterdam. De boerderij maakt deel uit van ‘de tijdelijke stad Freezing Favela’, een zelfgebouwde ‘stad’ waar geëxperimenteerd wordt met nieuwe manieren van bouwen, boeren en energie opwekken. Volgende week zaterdag gaat De Tostifabriek officieel open voor het publiek.
Op een oud stuk kade van niet veel meer dan tweehonderd vierkante meter onderhouden de medewerkers twee biggen, twee koeien en een stukje akker, waarop het graan inmiddels zo’n twintig centimeter hoog staat. De graankorrels worden straks gemalen en verwerkt tot brood. De koeienmelk wordt gebruikt om kaas van te maken en de biggen Wim en Max veranderen in hamlapjes.
Schandalen
Juist in een tijd van de vele voedselschandalen (waterinjecties in vissen, paardenvlees verkocht als rundvlees, scharreleieren die geen scharrelei zijn) moet een project als De Tostifabriek, waarbij alles zo transparant mogelijk is, haast wel aanslaan. Dat blijkt in ieder geval uit het succes dat het team had op crowdfundingsite Voordekunst, waar 204 donateurs inmiddels 18.390 euro betaalden, 4000 euro meer dan nodig was. Van overige sponsors kreeg De Tostifabriek samen – in cash, of in natura – ongeveer 10.000 euro.
Om quitte te draaien zou een tosti straks dus minstens dertig euro moeten kosten, en dan zijn de arbeidsuren nog niet meegerekend. “We denken dat we duizend tosti’s kunnen maken. Van elke vierkante meter graan komt een brood. Dat zijn honderd broden en uit elk brood gaan tien tosti’s”, zegt Vera Bachrach, een van de initiatiefnemers. Maar omdat alle 204 donateurs sowieso ook een tosti krijgen, moet de prijs zelfs nog iets omhoog.
Bewust
“Maar het draait natuurlijk niet om winst hier. Als het ons lukt om één tosti te maken, dan ben ik al super blij”, zegt Bachrach. Belangrijker is stadsbewoners bewust maken van wat ze op hun bord hebben liggen en het debat hierover aanzwengelen. Lukt dat een beetje?
“Zeker. Laatst was er een moeder. Zij vond het een schande wat wij deden. Want nou moest ze haar kinderen uitleggen dat het vlees dat ze altijd eten van die lieve varkens afkomstig is. Maar dat is natuurlijk precies het soort opmerkingen waar wij het voor doen”, zegt Bachrach.
Naïef
De vraag is alleen of het project naast een kunstzinnige en maatschappelijke, ook een economische bijdrage kan leveren. “Wij zijn natuurlijk geen commercieel bedrijf”, zegt Bachrach. “Maar wij zitten wel bij ondernemers aan tafel. Om mee te denken over hun maatschappelijk verantwoorde bedrijfsstrategie.”
Niet dat De Tostifabriek die strategie bepaalt, maar onconventionele input leveren kan wel. “We schoven bijvoorbeeld aan bij Brabants boerenoverleg in de Peelhorst. Daar zijn veel spanningen tussen stad en platteland. Zij willen weten hoe wij daar over denken. Wij zijn naïef, zitten nog niet vast in regeltjes. Dat maakt veel mogelijk.”
Niet dat De Tostifabriek die strategie bepaalt, maar onconventionele input leveren kan wel. “We schoven bijvoorbeeld aan bij Brabants boerenoverleg in de Peelhorst. Daar zijn veel spanningen tussen stad en platteland. Zij willen weten hoe wij daar over denken. Wij zijn naïef, zitten nog niet vast in regeltjes. Dat maakt veel mogelijk.”
Verschenen 19 mei 2013 op NUzakelijk.nl