Interview met Europarlementariër Jan Cremers
Bij overheden zijn het al lang niet meer alleen de milieuafdelingen die zich met CO2-reductie bezig houden. ‘Duurzaamheid’ wordt steeds meer een integraal onderdeel van alle beleidssectoren. En dus komt het onderwerp ook in het vizier van Europarlementariër Jan Cremers. “Duurzaam ondernemen is een must, we hebben geen keuze.”
Door Tijdo van der Zee
Het Europees Parlement is sinds begin mei met reces. De dossiers en rapporten kunnen even in de kast. De betekent niet dat onze afgevaardigden hun rust kunnen nemen. Vandaag, 4 juni, kiest Nederland zijn nationale vertegenwoordigers in Brussel. En wie wil dat er op hem of haar gestemd wordt, moet het land in, de kiezer overtuigen. PvdA-kandidaat Jan Cremers hoeft zich met zijn derde positie op de lijst weinig zorgen te maken. Toch zit hij niet stil. “Gisteren had ik vier debatten.”
Wat drijft u om u weer beschikbaar te stellen?
“Ik ben vorig jaar begonnen in de verwachting dat het maar voor vijftien maanden zou zijn. In de korte tijd dat ik in het Europees parlement zat, bleek echter dat de kennis die ik van buiten meegenomen had heel belangrijk was. Na enig aarzelen heb ik rond de kerst besloten om nog een termijn door te gaan. Dat heeft de PvdA beloond met een mooie derde plek op de lijst. In mijn dossiers heb ik het over belangrijke zaken als duurzaamheid, werkgelegenheid en interne markt. En op die gebieden is het Europees parlement medewetgever, heeft dus iets te zeggen, in tegenstelling tot bijvoorbeeld buitenlands beleid, waarbij het parlement eerder een symbolische functie heeft.”
Wat maakt volgens u iemand tot een goede Europarlementariër?
“Iemand moet focus hebben, los van de politieke hype. Wil je in de kikkerbak van 785 parlementariërs verschil maken, dan is het van belang dat je expertise meeneemt uit de nationale politiek, of uit het bedrijfsleven of maatschappelijke organisaties. Het systeem werkt zo: de Europese Commissie doet voorstellen en het Europees Parlement wijst een lid aan dat op dat dossier rapporteert. Als je de focus mist, als je niet een langetermijnagenda hebt, dan missen je rapporten coherentie. Dan wordt je een soort scharrelkip die overal maar een beetje mee bezig is. Ik zie teveel parlementariërs met pretpakketjes van symboolpolitiek.”
De afgelopen tien jaar was bij de PvdA Dorette Corbey belast met milieu- en energievraagstukken. Nu stopt ze er mee. Er is nog geen opvolger. Wat is Corbey’s verdienste?
“Zij is een goed voorbeeld van hoe consciëntieus werken tot goede resultaten kan leiden. Vaak ben je wel tien jaar bezig om iets voor elkaar te krijgen, omdat je als Europarlementariër weinig macht hebt, en omdat je wordt tegengewerkt door de Europese Commissie en door verschillende ministers uit de lidstaten. Het is monnikenwerk. Veel kandidaten denken dat Brussel op hen zit te wachten. Vergeet het. Dorette Corbey is vanaf het begin betrokken bij de Europese milieubesprekingen en het is voor haar natuurlijk heel mooi dat die in december 2008 uitmondden in het Europese klimaatpakket [waarin de 20-20-20 doelstellingen staan, red.] en waar ze door haar focus belangrijk werk voor heeft verricht.”
De Nederlandse rijksoverheid wil per 2010 100 procent duurzaam inkopen. Lagere overheden schakelen per 2015 over op duurzame inkoop. Zou Europa ook duurzaam moeten inkopen?
“Dat vind ik wel. De overheid heeft een modelfunctie. We gaan ons toch steeds meer afvragen hoe we het publieke domein duurzaam kunnen inrichten. En voor de markt is de overheid natuurlijk een zeer belangrijke klant.”
Wat zijn de obstakels voor duurzaam inkopen?
“Hoe houd je als bedrijf zicht op de lagere echelons van toeleveranciers, hoe weet je of hun productieproces duurzaam is? Een gedragscode is mooi, maar handhaving blijkt moeilijk. Ik heb gevallen meegemaakt waarbij bedrijven, vanwege risico’s op reputatieschade, niet in zee gingen met Russische bedrijven. Je doet dan namelijk geheid zaken met de Russische maffia, waarbij duurzaamheid niet echt het handelsmerk is.”
Heeft een groen productieproces invloed op het welzijn en de productiviteit van de werknemers?
“Ik zie niet direct een causale relatie tussen die twee. Maar er is wel degelijk correlatie. Organisaties die duurzaamheid hoog op de agenda hebben staan, hebben ook veel meer oog voor werknemersposities. Bij dat soort bedrijven heeft de ‘werkvloer’ veel meer invloed bij het vinden van nieuwe oplossingen. De oude piramidale structuur met iemand aan de top die alles weet en alles kan, verhoudt zich slecht met duurzaamheiddoelstellingen.”
“Het oude model van een bedrijf waar kapitaalbezitters, managers en werknemers samenwerken aan de productie en de winst verdelen heeft plaatsgemaakt voor een model waar aandeelhouders veel meer voor het zeggen hebben. Die gaan voor het snelle rendement en zijn dan weg. De werknemers blijven altijd zitten. Als je in staat bent de positie van de werknemers op te waarderen, krijg je dus automatisch een draai naar langetermijndoelen, die per definitie duurzaam zijn.”
Op welke manier kunt u vanuit uw portefeuille ‘Interne Markt’ werken aan CO2-doelstellingen en energiebesparing?
“Bedrijven die qua duurzaamheid vooroplopen mogen wat mij betreft best een steuntje in de rug. Ik wil niet naar positieve discriminatie, maar ja, why not? Ik ga me ook sterk maken voor een nieuw, eenduidiger aanbestedingsregime, waarbij sociale en duurzaamheidclausules integraal onderdeel worden van het hele verhaal, zonder dat bijvoorbeeld Nederland zegt dat ‘het niet mag van Brussel’. De fossiele brandstofvoorraad is eindig en we stevenen af op een aantal klimatologische veranderingen. Duurzaam ondernemen is een must, we hebben geen keuze.”
Tijdo van der Zee
EnergieGids.nl/Energiek Europa