Nu BIM in het werkproces van de grote bedrijven en de koplopers in de bouw een vaste plek heeft verworven, verlegt de Bouw Informatie Raad zijn focus naar het MKB. Want daar valt nog een wereld te winnen.
BIM is inmiddels gemeengoed in de bouw, zo concludeerde de ABN AMRO eind januari in het trendrapport ‘BIMmen in de bouw’. Eind 2014 maakte 72 procent van de aannemers en installateurs gebruik van BIM, en bijna de helft van de bedrijven die nu nog niet BIMmen verwacht dit de komende drie jaar toch zeker eens te proberen. Maar dit rooskleurige beeld is enigszins vertekend. Want uit het rapport komt ook naar voren dat de meeste BIMmende bedrijven nog altijd het merendeel van hun projecten op de traditionele manier uitvoeren. Een tweede vertekening ontstaat doordat ABN AMRO vrij grote bedrijven ondervroeg, met een gemiddelde omvang van 100 werknemers. In een eerder rapport in dezelfde reeks concludeerde ABN AMRO echter al dat kleinere mkb-bedrijven rond BIM nog altijd de kat uit de boom kijken. Dit terwijl het voor een soepel BIM-proces essentieel is dat deze kleinere spelers in de keten ook overstappen op BIM. En andersom geldt ook: bedrijven die niet overstappen zullen het op den duur erg moeilijk krijgen.
Het zijn deze BIM-lacunes waar de Bouw Informatie Raad (BIR) het komende jaar zijn tanden in gaat zetten, zo blijkt uit het recent gepubliceerde programmaplan voor 2015. Leo van der Geest is bij de BIR betrokken als vertegenwoordiger van de ingenieurs. In het dagelijks leven is hij BIM-informatiemanager bij ingenieursbureau Royal HaskoningDHV. Hij licht toe: “Eerder stelde de BIR dat ze zich zou opheffen als 20 procent van de markt zou BIMmen. Dat het vliegwiel dan zelf zou blijven draaien. Maar de praktijk blijkt weerbarstiger. We hebben gemerkt dat onze informatievoorziening nog steeds hard nodig is.”
Om BIM te stimuleren volgt de BIR twee lijnen, een ‘zachte’ en een ‘harde’. Via de d ‘zachte’ lijn werkt de BIR aan informatieverstrekking aan iedereen die met BIM in aanraking komt, van directeur tot BIM-specialist. Die informatie is heel concreet. Zo is er stappenplan geschreven voor bedrijven die BIM willen implementeren in de organisatie. Ook zijn er kenniskaarten, die prangende vragen aan de orde stellen, zoals wat de juridische consequenties zijn van werken met BIM. Van der Geest: “Bottom line is dat je dezelfde contracten kan gebruiken als vroeger, maar dat je aanvullende afspraken moet maken over wie wanneer zijn aanpassingen in het model verwerkt. Bij Royal HaskoningDHV hebben we er bijvoorbeeld voor gekozen om vaste overdrachtsmomenten te gebruiken en niet live en gelijktijdig in het model te werken. Wij hebben daarmee ons leergeld wel betaald.”
De tweede lijn van de BIR betreft de ‘harde’ aspecten van BIMmen, de ICT. Een sta-in-de-weg bij ketenbrede BIM-implementatie is het ontbreken van open standaarden, waardoor nog steeds veel tijd en geld verloren gaat bij het uitwisselen van data tussen de bouwpartners. Binnen de BIR zijn onder andere twee standaarden in ontwikkeling, COINS en CB-NL, waarbij COINS gericht is op de uitwisseling van BIM-data tussen bouwpartners en CB-NL op standaardisering van termen in de bouw. Binnen de BIR is Dik Spekkink verantwoordelijk voor deze standaarden. “Het zijn open standaarden, die iedereen kan gebruiken”, zo stelt hij. Vooral CB-NL gaat de markt goede diensten bewijzen, zo vermoedt hij. “Als een verborgen dienaar onder de motorkap.” En wat doet CB-NL dan onder die motorkap? “Het zorgt er voor dat twee computerprogramma’s met elkaar kunnen praten. Het programma ArchiCAD neemt in het concept ‘deur’ bijvoorbeeld ook het deurkozijn mee, terwijl Revit alleen de losse deur bedoelt. Met CB-NL levert dit soort spraakverwarring geen probleem meer op.” De ‘mapping’ van ArchiCAD en Revit aan CB-NL zal vanuit de softwareleveranciers zelf moeten komen. Prioriteit bij Spekkink ligt bij het ‘mappen’ aan andere open (internationale) standaarden, zoals IFC.
Op de BIM Praktijkdag op 30 april draagt de BIR de CB-NL-bibliotheek (met inmiddels al zo’n 5000 concepten) én COINS officieel over aan het gloednieuwe BIM Loket, de beheerorganisatie voor BIM-standaarden. Ook standaarden van buildingSMART, CROW, ETIM, Geonovum, STABU en S@les in de bouw krijgen een plek krijgen in dit loket. Het gaat om het gezamenlijk beheer van de standaarden en gezamenlijke voorlichting aan de markt. Gebruikers van de standaarden kunnen straks met alle vragen terecht bij één loket. Ook de onderlinge afstemming tussen de standaarden is een belangrijke taak van het loket. De door-ontwikkeling van de standaarden vindt bij de betrokken organisaties plaats. Een belangrijk aandachtspunt is verder de internationale aansluiting. “Wij willen onze CB-NL op termijn bijvoorbeeld weer inbrengen in de buildingSmart Data Dictionary, de internationale versie van de CB-NL. We nemen nu alvast bij elk concept een Engelse vertaling op. De bouwwereld wordt steeds internationaler. Dus de standaarden ook”, zegt Spekkink. De eerste twee jaar zal het BIM Loket financiële ondersteuning krijgen van de BIR. Later moet het loket op eigen benen staan.
————————————————-
‘Kopieer gewoon die Britse BIM-norm’
Begin 2014 namen het Europees Parlement en de Europese Raad van Ministers een nieuwe aanbestedingsrichtlijn aan, met daarin enkele aanwijzingen rondom het voorschrijven van BIM (artikel 22, lid 5). En zoals dat gaat bij EU-richtlijnen, moet ook deze twee jaar later, in dit geval dus in 2016, in de EU-lidstaten zijn geïmplementeerd. De Britse regering koos ervoor om de British Standard 1192 voor te schrijven en daarin BIM-niveau Level 2 te eisen. De Nederlandse overheid kiest – al sinds 2011 – voor een iets andere aanpak, namelijk het voorschrijven van de Rgd BIM Norm en het open bestandsformaat IFC. Om aan de richtlijn te voldoen hoeft er op dit punt niet aan de Nederlandse wetgeving gesleuteld te worden, vindt de overheid. “Met deze open norm stelt het Rijksvastgoedbedrijf rond BIM géén extra eisen, terwijl een niet-open bestandsformaat of softwarepakket wél extra eisen stelt. Hierdoor zien wij de nieuwe aanbestedingsrichtlijn op dit punt met vertrouwen tegemoet”, zo laat een woordvoerder van het ministerie van Binnenlandse Zaken weten.
BIR-lid Leo van der Geest kan zich goed vinden in de Britse aanpak. “De Britten zijn pragmatischer en schrijven concrete BIM-voorwaarden voor. Zo help je de markt beter vooruit dan met de vagere Nederlandse normen. Dat doen de Britten goed, net als de Finnen en de Denen trouwens. Dus kopieer die Britse aanpak. Een combinatie van de pragmatische, korte termijn aanpak van Engeland en onze langere termijn benadering met open standaarden zou ideaal zijn.”
In: Bouw & ICT, bijlage bij Cobouw, april 2015