Op Mindanao zijn rust en vrede nog ver weg

Op het eiland Jolo, in het zuiden van de Filippijnen, gijzelt de islamitische splintergroepering Abu Sayyaf sinds half januari drie medewerkers van het Rode Kruis. Een stijlloze tactiek, vinden de twee serieuzere islamitische afscheidingsbewegingen op het naburige Filppijnse eiland Mindanao. Maar veel meer dan vier decennia wapengekletter en honderdduizend doden, leverde hun vrijheidsstrijd ook niet op. En dat is ook de onwillige regering in Manilla aan te rekenen.

(Een verkorte versie van dit artikel verscheen in 2009 in het NRC Handelsblad)

p1000711

Het is 18 augustus 2008. Om vier uur ’n nachts overvallen honderden gewapende mannen de kustdorpen Kauswagan en Kolambugan op het Filippijnse eiland Mindanao. Vier uur later vertrekken ze, terug de bergen in. 41 dorpelingen zijn dan vermoord, honderden verwond en tientallen huizen in de brand gestoken. Nu, zeven maanden later zijn de huizen nog steeds niet herbouwd, veel gevluchte bewoners nog niet teruggekeerd en de psychische wonden nog steeds niet geheeld.

‘Een moeder met haar baby van twee maanden. En een meisje van acht. Zelfs een bejaarde man van 95 jaar oud.’ Dorpshoofd Bernie Roble spreekt langzaam, alsof hij zich de slachtoffers één voor één voor de geest haalt. Hij loopt weg en komt terug met Tiburcio Ruflo, een oude man met ingevallen wangen die wazig in het niets staart. Zijn linkeroor ontbreekt. ‘Die hebben ze er af gesneden,’ zegt Roble. Op zijn schouder staan de lange rechte littekens van nog meer snijwonden.

Een slachtpartij hing in de lucht. Maar waar en wanneer het zou gebeuren en hoe precies, dat wist niemand. De oorzaak van de spanningen lag in de stukgelopen onderhandelingen tussen de regering en het Moro Islamic Liberation Front, kortweg MILF, enkele weken eerder. Na vier jaar van moeizame besprekingen hadden afgevaardigden van beide partijen een akkoord bereikt over de omvang en de grenzen van een toekomstig autonoom gebied voor moslims, of Bangsamoro, een woord dat zowel voor het gebied als voor zijn bevolking slaat gebruikt wordt. Eén dag voor de ondertekening van het akkoord in Maleisië, het land waar alle onderhandelingen plaatsvonden, verordonneerde het hooggerechtshof in Manilla het document in de ijskast zetten en trok ook president Gloria Macapagal Arroyo haar steun aan de onderhandelingen in. Meteen daarop verslechterden de relaties en betrokken het MILF en het regeringsleger hun stellingen. En toen kwam die fatale nacht in Kauswagan en Kolambugan. Vanaf  dat moment was het oorlog. Het regeringsleger trok de bergen in, op zoek naar MILF-soldaten. Voor zich uit joegen beide legers honderdduizenden gewone Filippijnen, die de frontlinies ontvluchtten en onderdak zochten bij familie of in vluchtelingenkampen.p1000669

‘Alles wijst erop dat de daders van 18 augustus strijders van het MILF waren,’ zegt Juanito Enriquez in zijn kantoortje in de provinciestad Iligan City. De directeur van de organisatie Forum for Peace tekent op de landkaart uit hoe het leger van het MILF zich in aanloop naar de slachtpartij had gepositioneerd. ‘Kleinere eenheden verschansten zich in de buurt van de dorpen. Daarachter had een groter regiment zich als back-up gestationeerd. Verder de bergen in was het leger van MILF-commandant Bravo.De aanvallen kwamen dan ook niet als een complete verrassing. ‘Maar de legertop dacht die een paar dagen eerder zouden plaatsvinden. Op 18 augustus was de aandacht al een beetje verslapt.’

Het Moro Islamic Liberation Front is een islamitische organisatie met een stevige militaire vleugel die een verregaande vorm van autonomie nastreeft voor het westelijke deel van het eiland Mindanao en verschillende kleinere eilanden tussen Maleisië en Mindanao, de regio’s waar moslims in de meerderheid zijn of een stevige minderheid. Aanvankelijk was het MILF extreem militant, maar nadat het werd beschuldigd van banden met Abu Sayyaf en zelfs Al-Qaeda, matigde het zijn toon en was het bereid tot compromissen.

‘Ik vind het tragisch wat er gebeurde in Kauswagan en Kolambugan. Maar het is de schuld van de regering. Ten eerste waren de soldaten extreem gefrustreerd dat de regering zich zomaar distantieerde van het zo moeizaam bereikte akkoord. Dat was gewoon een belediging. Daarnaast verzuimde het regeringsleger om de dorpen behoorlijk te beschermen,’ vertelt Basher Dida-Agun, adviseur van het centraal comité van het MILF. Zo kon het gebeuren dat commandant Bravo zijn troepen niet meer in bedwang had. ‘Maar zodra het centraal comité van de incidenten hoorde, gaf het Bravo opdracht alle troepen daar weg te halen.’

‘De autonomieclaim van de Bangsamoro is legitiem,’ zegt Rudy Rodil. De sinds kort gepensioneerde professor van de Mindanao University in Iligan City leunt achterover in een moderne bank in koffiebar Aruma. Naast hem zit zijn vrouw, Bebot, die ook op de universiteit werkt. Tussen hen in tekent hun vierjarig neefje Lahce ondefinieerbare figuren op een A4-tje. Rodil heeft zijn verhaal al zo vaak afgestoken, dat hij een licht spottende blik niet kan onderdrukken. Maar misschien is het ook een cynische blik. Rodil was één van de onderhandelaars die door de regering waren afgevaardigd. ‘Toen president Gloria Arroyo besefte dat dit akkoord haar kansen op herverkiezing in 2010 minimaliseerde, liet ze ons vallen als een baksteen,’ zegt hij. Het akkoord voorzag onder meer in invoering van een eigen rechtssysteem, sharia, en de zeggenschap over het grootste deel van de grondstoffen in het autonome gebied.dsc025831

Rodil legt uit dat de kern van het vredesakkoord ligt in de erkenning van het ancestral domain, of de voorouderlijke gronden van de Bangsamoro. Terwijl de rest van de Filippijnen in een ommezien door de Spanjaarden werd gekoloniseerd, bleven de sultans van Mindanao, die de zuidelijke eilanden al in de veertiende eeuw vanaf Borneo hadden bereikt, met succes hun rijken verdedigen. In 1898 verkocht Spanje de Filippijnen aan Amerika, inclusief het niet-gekoloniseerde zuiden, dat zich dus ineens geconfronteerd zag met een nieuwe heerser. In de loop van de twintigste eeuw vonden er van bovenaf opgelegde massale volksverhuizingen plaats van het overbevolkte, christelijke, noorden van de Filippijnen, naar het nog grotendeels onontgonnen eiland Mindanao. Deze migratie nam zo’n hoge vlucht dat moslims in grote delen van Mindanao al rond 1950 in de minderheid waren. Daar komt bij dat de stroom met geld en landbouwproducten voornamelijk naar het noorden gericht was. De bewoners van Mindanao, vooral de moslims, bleven arm. In 1968 fusilleerde het leger tientallen moslimrekruten toen die weigerden mee te werken aan een offensief tegen hun eigen stam. Deze gebeurtenis leidde tot hevige studentenprotesten in Manilla en de overtuiging dat alleen gewapende strijd kon leiden naar zelfbeschikking. De verzetsbeweging was geboren.

De kleine Lahce geeft zijn voltooide tekening trots aan Bebot Rodil en legt in Visaya, de plaatselijke taal, aan zijn oudtante uit wat de figuren voorstellen. ‘Het zijn helikopters, van het leger,’ vertaalt ze met een veelbetekenende glimlach.

Iligan City ligt aan de kust. De stad bestaat grotendeels uit christenen en wordt bestuurd door een burgemeester die fel tegenstander is van het MILF; 82 procent van zijn stad zou in het akkoord mogelijk onder Bangsamorobestuur vallen. Dertig kilometer naar het zuiden, in het binnenland, ligt Marawi City, of Islamic City of Marawi. De weg er naar toe wordt zeker tien keer onderbroken door soms bemande en soms onbemande militaire roadblocks. Zoals overal op Mindanao liggen houten huizen verspreid tussen het weelderige, tropische groen. Maar naarmate Marawi dichterbij komt, maken de kerken plaats voor moskeeën, verschijnt de hoofddoek in het straatbeeld en manen borden langs de kant van de weg ‘Say yes, to the Memorandum of Agreement on Ancestral Domain, Say yes to MOA-AD.’

In een buitenwijk van Marawi biedt een tentenkamp onderdak aan bijna vijfhonderd vluchtelingen. Op veel plaatsen is het tentdoek gescheurd en stromen de bijna dagelijkse regenbuien ongehinderd naar binnen. Mannen en vrouwen praten over ondervoeding, over hun vlucht en hun angst om terug te keren naar hun huizen. De kampoudste, een ineengeschrompelde grijze man, doet een moedige poging en vraagt om financiële steun.p1000658

Marawi is een mooie stad aan een groot meer, Lake Lanao. In de schappen van de bakkerijen liggen dezelfde broden en taartjes uitgestald als in Iligan, maar volgens de uithangborden zijn het hier geen French Bakeries, maar Palestine Bakeries. De ramen van de auto moeten dicht blijven, om niet in de gaten te lopen. Buitenlanders worden hier gehaat, schijnt, en het risico op een beschieting of een kidnap is reëel.

Op de bovenste verdieping van het ziekenhuis van Marawi vertelt MILF-adviseur Basher Dida-Agun over de stukgelopen onderhandelingen. ‘Het MOA-AD was geen slotdocument. Het was een startpunt van waaruit we verder konden werken. Hoe kan zo’n tekst dan ongrondwettelijk zijn? De regering is gewoon niet oprecht op zoek naar een vreedzame oplossing.’ Dida-Agun kan zich de angst van veel christenen om overheerst te worden door een moslimssysteem niet voorstellen. ‘Tot honderd jaar geleden waren wij de baas op Mindanao en toen waren onze relaties prima. Ik zie niet in waarom dat niet nog eens zou kunnen.’ Dida-Aguns toon wordt scherper en harder. ‘De kolonisten van de noordelijke eilanden Luzon en de Visayas zijn slechts een symptoom. We moeten de werkelijke ziekte aanpakken. Dat zijn de Spanjaarden, de Amerikanen, buitenlanders,’ schreeuwt hij tenslotte.

Op de campus van de universiteit van Marawi, verschillende grote gebouwen op een enorm gladgemaaid en golvend grasveld, licht onderbevelhebber Dino Dimalutang de standpunten van het MNLF toe. Het Moro National Liberation Front , waar het MILF zich in de jaren tachtig van af splitste, zat niet aan de tafel bij de recente onderhandelingen. Daarmee is niet gezegd dat het MNLF een kleine speler is. ‘Ik heb 37 units van gemiddeld vijfhonderd man onder me. Allen volledig bewapend,’ verzekert Dimalutang.

Het MNLF is een beetje buitenspel gezet. In 1976 bereikte het MNLF al een akkoord met de regering over een autonoom gebied en in 1996 werden concrete afspraken gemaakt over de implementatie van dat akkoord. Daar probeert de MNLF zich naar eigen zeggen ook aan te houden, al blijkt de uitvoering lastig. ‘Slechts 2500 MNLF-militairen zijn in het regeringsleger geïntegreerd. De rest van het quotum van 7000 is gebruikt voor privélegertjes van plaatselijke autoriteiten. Die verkrijgen zo geld en legitimiteit, maar wij kunnen ons niet aan de afspraak houden.’ De recente afspraken tussen het MILF en de regering beschouwt Dimalutang als irrelevant. ‘Het Tripoli-akkoord uit 1976 is bindend en internationaal, door de VN, erkend.’ Toch beseft Dimalutang dat de recente gang van zaken tot tweespalt tussen de MNLF en MILF kan leiden; verdeel en heers door de regering. ‘We zijn dan ook aan het kijken hoe we onze krachten kunnen bundelen.’

De strijd tussen de Bangsamoro en de regering doet vermoeden dat er maar twee belangrijke groepen op het eiland Mindanao zijn. Dat is maar ten dele waar. Door de successen van de Bangsamoro merkten de inheemse volken, de Lumad, op het eiland dat hun rechten en culturen in het gedrang kwamen. Maar omdat er tientallen stammen op het eiland leven met weinig onderling contact, lukte het ze niet om met één stem te spreken. Sinds 1986 hebben ze zich enigszins weten te organiseren en hun eisen kenbaar gemaakt. ‘De tribale cultuur is sterk en volop in leven,’ zegt Rocelyn Labalan, die de belangen van één stam, de Higaunon, verdedigt. ‘Iedere keer dat ik bij ze ben, voel ik me geweldig. De rotsen, rivieren en bomen; volgens hen zijn het allemaal goden. Ze hebben zoveel respect voor de natuur, voor het leven.’ Volgens Labalan ontbrak het de Lumad lang aan de kracht van het geschreven woord. ‘Ze stelden hun geschiedenis niet op schrift, wat betekent dat ze in de marge belandden van de Bangsamorogeschiedenis. Nu claimen ze die terug. En ze claimen land. De Lumad zijn erg arm, werden altijd uitgebuit en willen hun lot in eigen hand nemen.’

‘Dit is weer een valse truc van de regering,’ zegt MILF-adviseur Basher Dida-Agun. ‘Er zijn maar twee groepen op het eiland, de natives en de niet-natives. Wij, de Bangsamoro, zijn natives. De rest is hier gekomen vanuit het noorden. Sommige van hen verchristelijkten en anderen islamiseerden. Nu komt de regering met het concept Lumad, maar dat is een gedachtespinsel, de Lumad is een niet-bestaande groep, in het leven geroepen om de onderhandelingen te compliceren.’

In café Aruma geeft Rudy Rodil toe dat de Lumad-kwestie een oplossing naar vrede bemoeilijkt. ‘Daar komt bij dat velen zich bij het MILF laten inlijven. Uit armoede weliswaar, toch is het slecht voor hun reputatie.’

p1000648

De regering is inmiddels begonnen met het instellen van een nieuw panel van onderhandelaars. Daar zit Rodil niet in. En dat vindt hij heerlijk. Binnenkort hoopt hij zijn proefschrift over Ancestral Domain te voltooien. ‘Het kostte de Amerikanen een generatie om ons Engels te laten spreken. Het zal ook een generatie duren voordat het in Mindanao vrede is. Ik zal het niet meer meemaken.’ Wellicht zullen de kinderen van de nu vierjarige Lahce geen gevechtshelikopters meer tekenen.

Maar tot het zover is houdt iedereen rekening met een nieuwe uitbarsting van geweld. Volgens Bernie Roble, het dorpshoofd van het noodlottige kustdorp Kauswagan hoeven de dorpelingen niet op bescherming van wie dan ook te rekenen. ‘Veel mensen hier denken er daarom over om zichzelf te bewapenen. Ik word daar niet blij van, maar ik kan het ze niet kwalijk nemen.’

bangsamoro

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s