De WKO wordt compact

De tijd dat WKO-installaties hele ruimtes in beslag namen lijkt voorgoed verleden tijd. Tegenwoordig worden ze bijna kant-en- klaar aangeleverd op stalen frames van niet veel meer dan tien vierkante meter. Zoals de WKO in het nieuwe onderzoekscentrum van Danone in Utrecht.

Door Tijdo van der Zee, in Installatie XL, december 2012

Een ‘kleintje’ is de nieuwe WKO in de kelder van het nieuwe onderzoekscentrum van Danone op het Utrecht Science Park niet te noemen. Het apparaat levert namelijk een verwarmingsvermogen van 1250 kW en een koelvermogen van 2640 kW met een maximaal debiet van twee keer 186 kubieke meter per uur. Toch past hij in een klein hoekje van de kelder, die straks verder vooral gereserveerd is als parkeergarage.

Bert Wielders van ingenieursbureau Deerns, dat in de voorfase de installaties ontwierp, had er in de conceptfase niet op gerekend dat de WKO-installatie zo compact zou zijn. “Nu heeft Danone de extra ruimte om er nog een koelmachine voor de proeffabriek neer te zetten.” Die koelmachine was oorspronkelijk gepland in de ruimte van het gebouw zelf, waar nu dus weer plek komt om te werken.

“In mijn oorspronkelijke ontwerp liep de WKO tot hier”, zegt Wielders, met zijn armen de veel grotere ruimte aangevend die hij voor de WKO in gedachten had.

Installatiebedrijf Energie Totaal Projecten (ETP) had de WKO in de eigen assemblagehal al grotendeels in elkaar gezet en alles passend op een skid-unit, een soort stalen pallet, de kelder in gereden. Dat betekent dat aan- en afvoerleidingen, regelkast, warmtewisselaar en warmtepompen zo’n beetje tegen elkaar aan staan. Een op het eerste gezicht, wirwar van buizen verbindt de verschillende onderdelen met elkaar, maar natuurlijk is er nagedacht over de inzichtelijkheid. Wielders: “Alle afsluiters zitten bereikbaar aan de buitenkant.”

Volgens Wielders is ETP het enige installatiebedrijf dat WKO’s zo compact kan leveren. De WKO wordt gevoed door drie warme bronnen en drie koude bronnen van 50 meter diep met een diameter van 80 centimeter, die zijn geboord vlak naast het gebouw, maar wel binnen het stuk grond dat in erfpacht is uitgegeven aan ontwikkelaar OVG Real Estate.

De energiezuinige WKO kan voor het grootste deel van de tijd het werk alleen af. De warmte en koude wordt getransporteerd naar de verdiepingen voor koeling en verwarming en naar het dak, waar ze de lucht verwarmen of koelen voor de drie luchtbehandelingsinstallaties die daar staan.

Elke functie in het gebouw – kantoren, laboratoria en de proeffabriek waarin speciale voeding wordt ontwikkeld zoals babyvoeding en ziekenhuisvoeding – stelt eigen eisen aan de luchtkwaliteit en de temperatuur. In het ontwerp is hier rekening mee gehouden. Elke functie heeft namelijk zijn eigen bouwdeel in het gebouw.

En dat maakte het weer makkelijker om voor elke functie een aparte luchtbehandelingsinstallatie te bouwen op het dak. Voor de individuele gebruikersbehoefte aan verwarming en koeling, wordt ook de warmte en koude van de WKO gebruikt. Op koude dagen kunnen ook de droge koelers op het dak ingezet worden.

“Wanneer bijvoorbeeld in de zomer meer koude is gebruikt dan er in de winter via het reguliere systeem bij komt. De wet vereist nu eenmaal dat je grondwater niet netto mag opwarmen of afkoelen”, aldus Wielders. Hij benadrukt verder dat in het gebouw altijd tegelijkertijd warmte en koude nodig zijn. “Dit is voorzien in het ontwerp van de installatie. Zowel de koude als de warme zijde van de warmtepompen worden tegelijk gebruikt.”

Op het dak komt verder nog een pieklastketel van 300 kW, maar de verwachting is dat deze maar zelden voor het verwarmingssysteem zal worden gebruikt.

Eneco
De exploitatie van de WKO is straks in handen van Eneco Warmte & Koude. Het energiebedrijf tekende hiervoor afgelopen voorjaar een overeenkomst met ontwikkelaar OVG Real Estate voor de komende 20 jaar. Interessant is dat de outsourcing hier niet alleen de bronnen (buiteninstallatie) betreft, maar ook grote delen van de warmte- en koudeinstallaties die in en op het gebouw zelf liggen, zoals de warmtewisselaar, de warmtepompen, CV ketels en de droge koelers op het dak. Wielders: “Vaak zie je dat het beheer alleen geldt voor de buiten installatie”.

Samenwerking

Eén van de voordelen van nieuwbouw ten opzichte van renovatie is uiteraard dat alle installaties energiezuinig en optimaal kunnen worden uitgelegd. Dit geldt zeker ook voor de WKO. Bij dit project is veel aandacht besteed aan de route van de leidingen van zowel de bronnen naar de WKO-ruimte als van de WKO-ruimte naar de verschillende gebruikers. Deze leidingen lopen voor het horizontale gedeelte grotendeels door de parkeergarage, maar mochten die garage niet lager maken. Daarom zijn bijvoorbeeld kruisingen vermeden.

Samenwerking is het toverwoord bij Wielders. Hij kan het niet genoeg benadrukken. Een succesfactor is de nauwe samenwerking tussen de ontwikkelaar OVG Real Estate , Danone, alle ontwerppartners en BAM Techniek, de aannemer. Zo is Danone zelf, als toekomstige huurder en gebruiker van het gebouw, al in een vroeg stadium bij de bouw betrokken.

De ontwikkeling van het casco gebouw is aanvankelijk losgekoppeld van de huurdersvoorzieningen. Hierdoor had Danone tijd om met Deerns de specifieke technische inrichting uit te werken. “In een integratiefase zijn de bestekken van het casco en het interieur samengevoegd”, zegt Wielders. “En ook nu nog, nu de bouw zijn laatste fase ingaat, schuift de projectleider van Danone bij elke vergadering aan.”

Maar ook de toekomstige eigenaar van het pand, Hannover Leasing, laat zich regelmatig inlichten en komt met ideeën. “Er wordt nu ook al nagedacht over flexibiliteit van het gebouw mocht Danone over twintig jaar van nu besluiten om wat voor reden dan ook het initiële huurcontract niet te verlengen. In dat geval moet het pand ook geschikt gemaakt kunnen worden voor andere gebruikers of functies.”

BIM
De constructeur, de installatieadviseur en de architect en aannemer gebruikten het Building Information Model (BIM). BIM is een database waarin alle betrokkenen hun gegevens invoeren en waarbij het hele pand, inclusief installaties, virtueel kan worden opgebouwd en waarbij eventuele aanlopers meteen kunnen worden uitgesloten. Dat bleek erg goed te werken. “Het is zeker niet het enige, maar ik geloof dat BIM er zeker aan bij heeft gedragen dat de bouw zeer voorspoedig verloopt.”

Wat Wielders wel moet toegeven is dat de echte slimheid, wat in principe met BIM mogelijk is, aan de installatiekant op dat moment nog ontbrak. “De bibliotheken waren gewoon nog niet compleet”, zegt hij. “Bepaalde onderdelen bleken er vaak nog niet te zijn. De aannemer BAM Techniek heeft het hele ontwerp in een ander software pakket volledig 3D uitgewerkt en in het BIM model geïmporteerd. Hierdoor is wel de 3D-coördinatie met de bouwkundige en constructieve modellen mogelijk geweest maar hebben de installaties minder intelligentie dan in BIM mogelijk was geweest.”

Maar dat was twee jaar geleden, toen het project voor Danone van start ging. “De bibliotheek is inmiddels behoorlijk aangevuld. Dat gaat heel hard.” Wielders glundert als hij bedenkt wat er allemaal mogelijk is met BIM. “Het zou toch geweldig zijn als je vanuit BIM ook alle berekeningen kon maken. Dat je bepaalde schuifjes omhoog zet, waardoor je onmiddellijk ziet welke consequenties dat heeft voor de rest van je installatie. Het is mogelijk. Alleen nog even wachten.”

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s