De brancheverenigingen in de installatiesector zijn in afwachting van de reactie van het ministerie van Binnenlandse Zaken op het kritische rapport van de Onderzoeksraad voor de Veiligheid (OVV) over koolmonoxidevergiftigingen. Zij zitten echter niet stil, proberen invloed uit te oefenen en laten van zich horen. Ondertussen zijn de eerste resultaten rond het OK CV keurmerk bemoedigend.
Door: Tijdo van der Zee
In: Gawalo, voorjaar 2016
Lees ook:
Vrijwillige keuring voor kwaliteitsborging CV-installatie
Koolmonoxidezaak zorgt voor opschudding in installatiewereld
Het rapport ‘Koolmonoxide, onderschat en onbegrepen gevaar’, dat de OVV in november – een half jaar later dan gepland – publiceerde, sloeg behoorlijk hard in. Koolmonoxide is niet alleen een probleem van oude open geisers, zo blijkt. Bijna de helft van de ongevallen tussen 2012 en 2014 gebeurde met moderne CV-ketels, waarbij de consument zelfs vaak een professioneel onderhoudscontract heeft afgesloten. Zowel de installatie als het onderhoudswerk van installateurs moeten beter, zo concludeert de OVV.
Eigenlijk is het allemaal heel goed geregeld in Nederland, zo lijkt het althans op papier. Minister Stef Blok gaf dat in december nog maar eens aan in antwoorden op Kamervragen die de SP had gesteld naar aanleiding van het rapport van het OVV. “De installatie van gastoestellen moet plaatsvinden volgens voorschriften van de producent. In samenhang met de voorschriften die het Bouwbesluit stelt aan de verbrandingsluchttoevoer en rookgasafvoer kan daarmee een veilige installatie worden geïnstalleerd die geen gevaar voor de gezondheid oplevert”, zo zei hij. Dat dit, zeker in het licht van de resultaten uit het rapport, niet afdoende is, lijkt evident. Het kabinet heeft dan ook de tijd genomen om hier een uitgebreider antwoord op te formuleren. Dat antwoord wordt in het voorjaar verwacht.
Op de VSK-beurs begin deze maand was het koolmonoxideverhaal prominent aanwezig. Uneto-VNI hield dagelijkse informatiesessies over de gevaren van koolmonoxide en het belang van goed onderhoud. De brancheorganisatie is achter de schermen ook actief. In politiek Den Haag bijvoorbeeld. Daar presenteerde voorzitter Titia Siertsema – in lijn met het advies dat de OVV uitbracht – aan minister Blok voorstellen voor een zwaardere, uniforme kwaliteitsregeling. Woordvoerder Dick Reijman: “Dit betekent bijvoorbeeld dat alleen monteurs die als vakbekwaam zijn geregistreerd en zich kunnen legitimeren aan gasinstallaties mogen werken. Het betekent ook dat onze leden de procedure voor veilig en verantwoord onderhoud moeten hanteren en dat we streng toezicht gaan houden op naleving van de voorschriften. Uiteindelijk kunnen alleen leden die voldoen aan de verzwaarde erkenningsregeling werkzaamheden aan cv-ketels verrichten.”
Dat dit nogal wat teweeg zal brengen bij de achterban van Uneto-VNI is duidelijk. Reijman: “We hebben de voorstellen voor verzwaring van de erkenningsregeling ook voorgelegd aan ons bestuur. Gezien het belang van het onderwerp voor een groot deel van onze achterban gaan we hierover vanzelfsprekend ook het gesprek aan met de leden. Wij vinden het cruciaal dat er voldoende draagvlak is voor aanscherping van de erkenningsregeling.” Ook ten aanzien van een periodieke keuring lijkt Uneto-VNI naar een advies voor verplichting te bewegen. Dat blijkt bijvoorbeeld uit een recente brief van de Utrechtse wethouder Paulus Jansen en Uneto-VNI-voorzitter Titia Siertsema aan de Tweede Kamer. In die brief stellen zij de verontrustende toestand van installaties in Utrechtse woningen aan de kaak en zij pleiten daarom voor “een periodieke, vierjaarlijkse APK voor woninginstallaties”.
(tekst gaat verder na de foto)
Hoe kijken de ketelfabrikanten en de rookgasafvoerfabrikanten aan tegen het rapport van de OVV? Positief. En dat geldt zowel voor de VFK als voor de Rogafa. Peter Laros, vice-voorzitter van de Rogafa – dat in de zomer wil komen met een eigen website – en commercieel directeur van fabrikant Ubbink. “Het is goed dat er op deze manier aandacht voor het probleem komt. Want wat we in het nieuws meekrijgen is natuurlijk maar het topje van de ijsberg”, zegt hij. In het rapport wordt expliciet aan de producenten gevraagd om systemen te leveren die foolproof zijn. Laros, “Een concentrische rookgasafvoer systeem is meer foolproof.” Die boodschap droeg Ubbink ook uit op de VSK, waar het bedrijf vier keer een presentatie over het onderwerp hield. En dat concentrisch duurder zou zijn dan parallel, dat nuanceert Laros: “Iets duurder in de aanschaf misschien. Maar installeren gaat sneller, dus dat kan worden terugverdiend, zeker in nieuwbouw.” Verder blijft het advies van de Rogafa: vervang bij het installeren van een nieuwe CV-ketel ook meteen de rookgasafvoer. Zowel bij gewone woningen als in gestapelde bouw. Laros: “Alleen bij uitzondering kan daar, na zorgvuldige inspectie door de installateur en wellicht fabrikant, van worden afgeweken.”
Dat een failsafe ketel technisch mogelijk is, werd onlangs bewezen door Vaillant, die als eerste fabrikant daadwerkelijk een CO-sensor in hun nieuwste cv-ketel heeft geplaatst
Henk Sijbring, voorzitter van de VFK én voorzitter van stichting OK voor Installaties (OVI), die het OK CV keurmerk beheert, vindt het een “goed rapport” waarop hij “weinig aanmerkingen” heeft. De onderzoeksraad had wat hem betreft wel wat scherper mogen zijn in het verplicht stellen van opleverkeuringen en periodieke keuringen. “In Engeland is het aantal ongevallen met koolmonoxide tot een minimum afgenomen sinds deze verplichting daar werd ingevoerd. In alle landen om ons heen is het trouwens verplicht. Wij zijn het enige land waar niks verplicht is [zie tabel, red]. De VFK probeert nu in gesprekken met het ministerie voor elkaar te krijgen dat bij in bedrijfsstelling van een nieuw toestel een verplichte inbedrijfstellingskeuring wordt uitgevoerd.”
De onderzoeksraad beveelt ook een systeem aan dat failsafe is. Dat wil zeggen dat ketels afslaan zodra er teveel koolmonoxide wordt gedetecteerd. Sijbring: “Wij zijn tot de conclusie gekomen dat dat waarschijnlijk technisch mogelijk is. Punt is echter wel dat we ons afvragen of wij als fabrikanten alles moeten oplossen waar de installateur steken laat vallen. Een tweede punt is dat je dit Europees moet invoeren, omdat het onder het Europese CE-keur gaat vallen. Wij vragen ons alleen af of andere landen hierin mee willen gaan, omdat daar de problematiek minder speelt. Juist omdat ze daar meer verplichtingen en controles hebben.” Dat een failsafe ketel technisch inderdaad mogelijk is, werd onlangs bewezen door Vaillant, die als eerste fabrikant daadwerkelijk een CO-sensor in hun nieuwste cv-ketel heeft geplaatst.
Voor stichting OVI is het een zegen dat in het OVV-rapport gegevens worden geanalyseerd van 2012 tot 2014. OK CV ging namelijk pas van start in het begin van 2015 en dat betekent dat OK CV Energie Service Specialisten (ESS), de onderhoudsmonteurs, nog niet de smet van het rapport op hebben kunnen lopen. OK CV is dus nog fris en fruitig. En dat blijft voorlopig ook zo, omdat de eerste resultaten van de controle op OK CV-gecertificeerde monteurs positief zijn en OK CV het enige label is waarbij zowel het bedrijf als al haar ESS-monteurs opgeleid en gecertificeerd zijn en extern gecontroleerd worden.
Onlangs werd het certificeringsbedrijf Kiwa uitgekozen om jaarlijks 500 steekproefsgewijze controles op CV-onderhoud te laten uit voeren. Maar voordat Kiwa hier op volle snelheid mee aan de slag gaat, werd eerst een pilot uitgevoerd. Daarvoor werden at random twintig van de in totaal zo’n 170 bij OK CV aangesloten installatiebedrijven geselecteerd, om het werk van hun monteurs te controleren. “Tien van deze bedrijven gavan aan dat ze er nog niet helemaal klaar voor waren. Zij waren al licentiehouder bij ons, maar moesten het intern nog verwerken, of waren er op een andere manier nog niet helemaal klaar voor”, zegt Marieke Boele van stichting OVI. “Maar bij de tien bedrijven die wel gecontroleerd werden, hebben we helemaal geen verkeerd onderhouden installaties gezien. Niks dat afwijkt. En dat is natuurlijk heel erg goed.” Volgens Boele heeft de pilot wel aangetoond dat het ICT-gedeelte van de controles nog niet helemaal vlekkeloos loopt. “Daar moeten we nog wat dingen aanpassen.” Maar dat onderdeel heeft in de basis niets met het onderhoud van de ketel en de kennis en kunde van de Energie Service Specialisten te maken.
Ook aan koolmonoxidemelders besteedt de Onderzoeksraad voor de Veiligheid (OVV) relatief veel aandacht. En ook door Kamerleden werd dit punt opgepakt. Vooral aan de betrouwbaarheid ervan twijfelt de OVV. Afgezien van de betrouwbaarheid, zijn de brancheverenigingen sowieso niet erg te spreken over koolmonoxidemelders. “Ik zie ze als gevolgbestrijding”, zegt Peter Laros van de Rogafa daarover. “Je moet beginnen bij de bron.” Datzelfde zegt Henk Sijbring: “Ik vind het absoluut mosterd na de maaltijd. Vanuit de VFK gaan wij geen aandacht besteden aan koolmonoxidemelders. Je moet gewoon de CV-ketel en de rookgasafvoer goed installeren. Zo moeilijk is dat niet.”
De OVV kon het punt van de onbetrouwbare koolmonoxidemelders redelijk eenvoudig in het rapport verwerken, omdat er eerder in 2015 alarm was geslagen door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA), die had deelgenomen in een Europees onderzoek naar de betrouwbaarheid van koolmonoxidemelders. Eén van de aanbevelingen van de OVV was dat de resultaten van dit onderzoek openbaar werden gemaakt. En dat vroeg ook de SP aan minister Blok: “Waarom zijn op dit moment niet alle testresultaten van koolmonoxidemelders openbaar en hoe kunnen consumenten weten of ze een betrouwbare melder hebben of kopen?” In zijn antwoord op deze vraag verwees Blok de SP naar een website van de EU met de titel ‘RAPEX’. Wie hier door de lijsten bladert, ziet dat er in de Europese steekproef twee melders zaten die op de Nederlandse markt verkocht werden, die niet aan de eisen voldeden. Beide melders konden niet overweg met hoge concentraties koolmonoxide en de fabrikanten Alecto en König Electronic moesten hun producten daarom uit de schappen halen en terugroepen bij consumenten.
Jarenlang was deregulering het devies: de markt moest vooral zichzelf controleren. Nu broedt minister Stef Blok op een antwoord op de oproep van de OVV: “De afgelopen jaren is vooral ingezet op deregulering en het verplaatsen van de verantwoordelijkheid naar de consument en de branche. Volgens de Onderzoeksraad is regulering en toezicht vanuit de overheid echter noodzakelijk.” In het voorjaar kunnen we Bloks antwoord verwachten.