Categorie archief: Duurzame energie

Salderen kost huishouden zonder pv bakken met geld

De salderingsregeling blijft voorlopig in stand, zo besloot de Eerste Kamer deze week. Dat pakt financieel ongunstig uit voor huishoudens die om welke reden dan ook geen pv-panelen op hun dak hebben liggen. Voor Installatie.nl onderzocht ik met welke kostenposten zo’n huishouden opgezadeld wordt.

Lees het artikel: ‘Tientjes per maand voor het zonnedak van de buren‘ op Installatie.nl

Mensen zonder zonnepanelen betalen per maand enkele tientjes extra om de zonnepanelen van hun beter bemiddelde medemens te kunnen financieren. Dat is niet eerlijk, zegt marktwaakhond ACM, die daarom pleit voor het afschaffen van de salderingsregeling.

Hoe steekt die regeling nu precies in elkaar en waarom groeit de weerstand ertegen?

Wat is de salderingsregeling?

Wie zonnepanelen op het dak heeft liggen, mag de teruggeleverde elektriciteit wegstrepen tegen de elektriciteit die door de energieleverancier geleverd wordt op momenten dat de zonnepanelen niet genoeg opleveren om het eigen verbruik te dekken. Pv-bezitters krijgen de volle mep: de kale kWh-prijs, plus de energiebelasting, plus de Opslag Duurzame Energie (ODE), plus de btw hierover. Gemiddeld dekt een pv-systeem 90 procent van het eigen elektriciteitsverbruik.

De opzet van de regeling, sinds 2004 in werking, was destijds gebaseerd op het feit dat veel huishoudens toen nog een ferrarismeter (draaischijf) hadden, die simpelweg terugdraaide op momenten dat de stroom van het dak het elektriciteitsnet in stroomde. De salderingsregeling heeft in een kleine twintig jaar ervoor gezorgd dat het aantal zonnepanelen op daken enorm is toegenomen – momenteel gaat het om ongeveer 2 miljoen systemen.

Dat is een groot succes voor het klimaat, maar een minder groot genoegen voor energiebedrijven, netwerkbedrijven en de schatkist van het rijk: en daarmee indirect voor iedereen die géén zonnepanelen heeft.

Hoe raakt de salderingsregeling energiebedrijven?

Energiebedrijven moeten de stroom van de zonnedaken afnemen tegen het gecontracteerde energietarief. Maar pv-systemen wekken hun stroom overdag op, op momenten dat de vraag naar elektriciteit en daarmee de prijs op de markt juist laag is. En aangezien energiebedrijven de stroom van zonnedaken niet kunnen opslaan en dus direct moeten doorverkopen, lijden ze op deze transacties verlies.

De energiebedrijven compenseren dit verlies door de algemene tarieven voor alle klanten te verhogen – een verhoging die niet terechtkomt bij saldeerders; die kunnen de kosten immers wegstrepen. Omdat de energieprijs altijd in beweging is, is het lastig om dit bedrag precies te kwantificeren.

In een rekenvoorbeeld van Energie Nederland, de koepelvereniging van energiebedrijven, is het verlies per kWh 6,9 cent (13,1 cent voor de saldeerder minus 6,2 cent marktwaarde op dat moment). Dit zou een situatie zijn voor het jaar 2025, wanneer de afbouw van de salderingsregeling nu gepland is.

Waarom hebben zonnepanelen invloed op de tarieven van netwerkbedrijven?

Netwerkbedrijven op hun beurt verhogen ook de tarieven – dit jaar met ongeveer 100 euro per huishouden, om hun gestegen (energie)kosten te kunnen dekken. De omzetting van hoog- naar laagspanning kost energie en ook bij het transport gaat een deel van de energie verloren. Bij hogere energietarieven, is deze kostenpost dus ook groter.

Daarnaast moeten netwerkbedrijven door de energietransitie extra investeringen doen om hun netten te verzwaren. De fijne netwerkstructuur in woonwijken was nooit berekend op de massale aanschaf van zonnepanelen (en elektrische auto’s en warmtepompen).

En hoe zit het met de schatkist van het rijk?

De salderingsregeling slaat tenslotte ook nog een gat in de rijksbegroting. Het gaat om gederfde inkomsten van de onderdelen op de energierekening die naar de schatkist gaan: btw, energiebelasting en ‘opslag duurzame energie’. Afgelopen jaar bedroegen de kosten van de salderingsregeling om en nabij de 350 miljoen euro. Jaarlijks stijgt dit bedrag met ongeveer 20 procent en als, zoals het er nu naar uitziet, de regeling niet afgebouwd wordt, kost de salderingsregeling het rijk in 2030 zelfs ruim 700 miljoen euro.

Dit alles zou nog te billijken zijn, als iedereen er in Nederland in gelijke mate aan bijdraagt. Maar dat is niet het geval. Waar de gestegen kosten van de netwerkbedrijven wél over ieder huishouden worden uitgesmeerd (dat is een vast bedrag op de energierekening voor iedereen), komen de kosten die energieleveranciers en de overheid maken bij een kleinere groep terecht: die worden namelijk doorberekend aan een steeds kleinere groep mensen die niet de beschikking heeft over zonnepanelen. ‘Grondslagerosie’ wordt dat in belastingkringen genoemd. En dat gaat hard, want er komen jaarlijks honderdduizenden pv-systemen bij in Nederland.

Wat is nou het verschil tussen ‘energiebelasting’ en ‘opslag duurzame energie’?

De energiebelasting werd in 1996 ingevoerd om de economie te verduurzamen. Het idee was dat door een hogere energierekening mensen minder energie zouden gaan gebruiken. Om die kosten voor huishoudens te compenseren, ontving men onder meer een korting op hun inkomstenbelasting.

Enkele jaren later (2013) kwam er nog een belasting bovenop. Deze belasting heette de Opslag Duurzame Energie (ODE). De bedoeling was om met deze opslag de SDE-subsidieregeling te kunnen betalen. Uit die subsidiepot worden duurzame energieprojecten betaald. En omdat er steeds meer wind- en grootschalige zonneparken kwamen, werd de SDE-subsidiepot steeds groter en dus ook de ODE steeds hoger. Vorig jaar lag deze opslag voor huishoudens al op 3 cent per kWh (75 euro op een elektriciteitsgebruik van 2.500 kWh). Omdat de ODE door steeds minder huishoudens (grondslagerosie) moet worden opgebracht, stijgt dit tarief extra snel.

De Opslag Duurzame Energie is sinds begin 2023 opgegaan in de gewone energiebelasting. Maar het tarief van de energiebelasting zal de komende jaren toch nog gewoon doorstijgen, zoals gebeurd zou zijn als de ODE niét in de energiebelasting opgegaan zou zijn.

Dit zijn allemaal grote getallen, maar hoe slaan die om naar individuele huishoudens?

Ja, wat kosten die zonnepanelen nou extra, voor hen die geen zonnepanelen hebben? Die rekensom is niet zo moeilijk, zegt de Autoriteit Consument en Markt, die gebruik maakt van conservatieve schattingen. Er zijn 8,1 miljoen woningen. Anderhalf miljoen huishoudens maken gebruik van de salderingsregeling. De kosten hiervoor moeten worden opgehoest door de overige 6,6 miljoen huishoudens.

In het geval van een elektriciteitsprijs van 40 cent per kWh (prijsplafond) en een jaarverbruik van 2.500 kWh (zeer bescheiden aanname), kom je uit op 17 euro per maand, die een huishouden zonder pv-panelen extra betaalt, alleen maar om de salderingsregeling te betalen.

Wetende dat de kosten van deze regeling alleen maar hoger zullen worden en gedragen worden door een steeds kleinere groep, is duidelijk dat dit niet veel langer houdbaar is. “ACM is dus vóór zonnepanelen, alleen vinden we de extra ‘subsidie’ in de vorm van de salderingsregeling nu niet meer nodig. Deze is niet nodig om investeringen in zonnepanelen aantrekkelijk te maken en door deze regeling betalen mensen zonder zonnepanelen nu extra voor het extra voordeel van mensen mét zonnepanelen”, aldus een woordvoerder van de ACM.  

En hoe zit het nou met ‘de armen betalen de duurzame speeltjes voor de rijken’?

De salderingsregeling is dus nu om terugverdientijden al niet meer nodig, maar is daarbij ook een beetje een wrange regeling, zegt de ACM, omdat de subsidie nu vaak moet worden opgehoest door het minder rijke deel van de samenleving en terecht komen bij de rijken. “Omdat eigenaren van zonnepanelen vaker eigenwoningbezitters zijn en vaak een relatief hoger inkomen hebben”, aldus de ACM.

Kijk ook maar eens op welke woningen zonnepanelen liggen. Uit cijfers van Energie Nederland blijkt dat 12 procent van de vrijstaande woningen zonnepanelen hebben, tegen slechts 5 procent van de tussenwoningen. De ACM zegt het op een nette manier: “[De regeling heeft] onwenselijk denivellerende herverdelingseffecten.”

Kloppen de berekeningen van de ACM wel?

De ACM geeft toe dat het hier om “een grove schatting” gaat, die echter wel duidelijk aangeeft waar de schoen wringt. Er zijn bij de berekening enkele kanttekeningen te plaatsen. Ten eerste betalen huishoudens die zonnepanelen hebben wél gewoon ODE via het gasgedeelte op de energierekening. Dus de gederfde ODE-inkomsten komen niet allemaal voor rekening van mensen zonder zonnepanelen. (Daar kan dan weer tegen in gebracht worden dat veel mensen met zonnepanelen ook een warmtepomp hebben en de gasaansluiting hebben laten verwijderen.)

Ten tweede is het niet zeker of de gederfde energiebelasting – anders dan de ODE – in zijn geheel wordt doorberekend aan de aansluitingen zonder zonnepanelen, erkent de ACM. “De overheid kán de gederfde inkomsten compenseren door de energiebelastingen op de resterende gebruikers te verhogen”, maar, zo geeft de ACM toe, “De overheid kan ook bijvoorbeeld een tekort accepteren, of hiervoor compenseren in de inkomstenbelasting, btw, et cetera. De ACM heeft geen zicht op hoe de regering kiest om te gaan met deze factoren. De effecten van de fiscale aspecten zijn voor ons moeilijker in te schatten.”

Een derde kanttekening is dat de gederfde inkomsten uit de energiebelasting niet alleen worden verhaald op huishoudens die geen zonnepanelen hebben, maar ook op bedrijven, die immers ook worden aangeslagen voor de energiebelasting en de ODE.

De vierde kanttekening gaat over de leverancierstarieven. De ACM gaat ervan uit dat energieleveranciers helemaal geen geld krijgen op de markt voor de stroom die ze van zonnepanelenbezitters afnemen. Maar zoals in het begin van het artikel al opgemerkt, krijgen energieleveranciers hier toch wel een paar cent voor. Dus het verlies dat ze in de algemene energietarieven zullen verdisconteren zal iets minder groot zijn dan verondersteld.

Stoppen met salderen dan maar?

Het kabinetsvoorstel dat er lag ging uit van een langzaam afbouwpad tussen 2025 en 2031. Dat is niks om je zorgen over te maken. Zonnepanelen blijven ook dan nog lucratief, zegt de ACM. “Consumenten met zonnepanelen blijven dus geld ontvangen voor stroom die ze invoeden. Deze vergoeding is echter wel lager dan nu bij de salderingsregeling, zodat consumenten ook gestimuleerd worden om elektriciteit zoveel mogelijk te gebruiken op het moment dat deze wordt opgewekt. Uit berekeningen blijkt dat ook als de salderingsregeling is afgebouwd, het aantrekkelijk is om te investeren in zonnepanelen.”

Wat deed de Eerste Kamer?

Die stemde tegen het kabinetsvoorstel. Er is een brede steun voor afbouw, maar toch bleek het moeilijk om er een meerderheid voor te krijgen. PvdA/Groenlinks bleek spelbreker. De partij vindt het oneerlijk om de regeling af te bouwen, juist nu het erop begint te lijken dat woningcorporaties de regeling weten te benutten en hun huurders ervan beginnen te profiteren. Zij stelden dat er eerst garanties moeten komen voor deze groepen mensen, voordat er besluiten genomen kunnen worden over afbouw. Minister Rob Jetten kwam PvdA/Groenlinks uiteindelijk niet voldoende tegemoet en de partij stemde tegen.

‘Woningwet staat verduurzaming in de weg’

Cuadrilla is vergunningen kwijt

Goedkoop offshore windpark dwingt pensioenbeheerder tot nieuwe keuzes

Duitse windparken, Nederlands luchtruim

Zonnestroomverdelers zetten in op corporatiewoningen

Het zonnesystemenbedrijf LENS, bekend van Herman de Zonnestroomverdeler, gaat zich in plaats van op VvE’s vooral richten op woningcorporaties. Gelijktijdig brengt het bedrijf nieuwe hardware en nieuwe software op de markt, die deze ommezwaai ondersteunen. LENS krijgt sinds kort concurrentie van de relatief nieuwe speler Cast4All en zijn partner Xemex, dat met het product Powershare soortgelijke ambities heeft.

Door: Tijdo van der Zee, in Installatie Journaal maart 2017

In november 2013 stond Herman de Zonnestroomverdeler volop in de schijnwerpers. LENS had zojuist de Herman Wijffels innovatieprijs gewonnen. ‘De zonnestroomverdeler maakt zonnestroom voor iedereen toegankelijk en rendabel. Het is ook een sociale innovatie: bewoners gaan samen zonnestroom opwekken en verdelen. Dat bevordert het onderlinge contact’, zo concludeerde de jury.

Nu, bijna 3,5 jaar later, en enkele honderden Herman-installaties verder, gaat LENS zich richten op woningcorporaties. VvE’s blijken namelijk trage en weifelende beslissers, zegt Jim Wiese, Chief
Technology Officer van Lens Energie. “Het enige beslismoment is de jaarlijkse vergadering van eigenaren. Dan moeten LENS en de aanjagende bewoners het voor elkaar krijgen om groen licht te
krijgen voor de zonnestroominstallatie. Maar het gebeurt nogal eens dat dit agendapunt wordt ondergesneeuwd door een onderwerp als een verkeerd geplaatste bloempot. Dan is ons momentum voorbij en moeten we weer een jaar wachten. Daar kan je moeilijk je bedrijf op bouwen.”

Voor LENS is dat de belangrijkste reden om zich te richten op een ander segment – waar ook nog de nodige vierkante meters ontgonnen kunnen worden: daken van woningcorporaties. Maar omdat corporaties toch weer wat andere wensen hebben dan VvE’s, moest LENS zijn assortiment bijwerken. Over hoe dat ging later meer, eerst nog even recapituleren wat Herman de Zonnestroomverdeler 1.0 nu eigenlijk is.

In dat concept wordt uitgegaan van een gezamenlijk dak en de onderliggende elektriciteitsaansluitingen van de woningen en vaak ook een collectieve voorzieningen meter. Om wél de salderingsmogelijkheid te benutten van al deze aansluitingen, maar niet te hoeven investeren in evenveel kleine omvormers, bedacht Christiaan Brester, algemeen directeur van LENS, in 2012
Herman de Zonnestroomverdeler. Dit is een fysiek onderdeel – een kastje – van de installatie dat wordt geïnstalleerd tussen één centrale grote omvormer en de verschillende huisinstallaties. In deze kast zijn relais gemonteerd die de aansluiting naar de woning kunnen aan- of uitzetten. Software, die via internet of gprs verbonden is met de systemen van Lens Energie, kunnen bepalen naar welk huishouden de eerstvolgende lading zonnestroom geleid wordt. Omdat nauwkeurig bijgehouden wordt hoeveel elk huishouden ontvangen heeft, en er tegelijkertijd in het contract is vastgesteld op hoeveel elektriciteit elk huishouden recht heeft, is het dag-op- dag eenvoudig om telkens te schakelen naar de juiste woning.

Lens Energie ontwierp twee verschillende hoofdsystemen van de Herman, (met inmiddels negen subtypen). Door deze in combinatie toe te passen kan het team van LENS voor alle denkbare situaties
een oplossing bieden. Het eerste systeem is een centraal systeem waarbij de relaiskast achter de omvormer wordt geplaatst en van daaruit lopen AC-kabels richting maximaal zestien (maar
gemiddeld zes) individuele aansluitingen, tot achter de meter. En dan is er een decentraal systeem, waarbij elke woning een eigen relaiskastje heeft, dat strak tegen de stoppenkast aan gemonteerd is, en die wordt aangestuurd door een communicatiekabeltje. Deze variant maakt de aanleg van AC-bekabeling in sommige gevallen makkelijker, bijvoorbeeld als er tussen twee groepen aansluitingen
een lange gang overbrugd moet worden. Dit is een besparende maar installatietechnisch complexere
oplossing.

LENS heeft niet stilgezeten. De nieuwe zonnestroomverdeler – Herman 2.0 – heeft niet alleen meerdere uitgangen richting de woningen en centrale voorzieningen, maar ook meerdere ingangen.
Op dit moment lopen drie pilotprojecten met deze nieuwe Herman, allen in Amsterdam. “Multigrid noemen we dit”, zegt Wiese. “Op die manier kunnen we meerdere omvormers en ook meerdere
energiebronnen op één Herman aansluiten en kunnen we dus nog grotere systemen engineeren.
Daarbij kunnen we nu ook meerdere soorten bronnen en meerdere soorten verbruikers in één systeem zetten. Wind- en zonne-energie in combinatie met een accu en dat geheel gaan we dan weer koppelen aan verbruikers zoals warmtepompen, woningen en auto’s, allemaal zonder ‘slimme’ meters”. Op deze ontwikkelingen heeft LENS patenten liggen.

Een concreet voorbeeld: Op het dak van een gestapelde woningbouwcomplex aan de Amsterdamse Louise Wentstraat liggen 432 pv-panelen. Het gaat hier om typische 1×40 Ampère aansluitingen, dat betekent NEN1010 afzekeren op 25 Ampère-groepen en dus een omvormer van 5000 Watt. Voor 432 panelen kom je dan op 18 omvormers en dus ook 18 Hermannen 1.0. Bij de multigrid Herman 2.0 zijn drie omvormers per Herman mogelijk, dus zou een soortgelijk project nu toe kunnen met zes Hermannen.

Nieuwe software
Bovenstaand is de hardwarematige verandering die LENS heeft doorgevoerd in de Herman productgroep. Daarnaast zijn er softwarematige aanpassingen gedaan. “Ons oude platform draait op
PHP en MySQL. Dat is heel gangbare programmatuur, maar het kent wel veel beperkingen. Met opschaling bijvoorbeeld. Of het feit dat je voor mobiel en desktop veel meer apart moet ontwikkelen.
Ook moesten installateurs bij het testen van de kanalen gebruik maken van sms en dat duurde best wel lang. Wat je wil is dat je direct resultaat hebt als je een aansluiting gaat testen. Als het dan in
orde is, dan kan de installateur de deur achter zich dicht trekken en verder. Maar dat ging dus niet met ons oude platform.”

“Vooral bij woningcorporaties is ontzorging erg belangrijk, stelt. Zij willen alles in één systeem krijgen. Of dat nu een signaal is van een Herman, van een omvormer of slimme meters. Woningcorporaties moeten dat allemaal geaggregeerd kunnen inzien.” De nieuwe software is ontwikkeld op basis van Javascript. “Je programmeert één regel code en die werkt dan op desktop, mobiel, Apple en Android. En zowel voor omvormers als voor de Hermannen.”

Sinds kort heeft LENS er een concurrent bij, die een product op de markt heeft gebracht dat behoorlijk wat gelijkenissen vertoont met de Herman. Dit product heet Powershare en is ontwikkeld door het Vlaamse Cast4All in samenwerking met het Nederlandse Xemex. De twee bedrijven hebben met de Powershare op dit moment een pilot lopen in Nederland. Maar ze houden nog even geheim waar dat is. “Over enkele weken zullen we hier met een persbericht naar buiten komen”, zegt Gert-Jan van den Hurk van Xemex.

Cast4All is ontstaan als startup uit de Universiteit van Antwerpen en richtte zich aanvankelijk vooral op het verzenden van grote databestanden, films naar bioscopen bijvoorbeeld, zegt Peter van der Stock, van Casst4All Technologies. Later is het bedrijf zich meer gaan specialiseren in het bouwen van robuuste monitor- en controleapplicaties waarbij gebruik gemaakt wordt van de zogenoemde Normalized Systems Technology, een softwaretechnologie ontwikkeld samen met de Universiteit
Antwerpen. Xemex heeft een historie in de wereld van de slimme meters. “Eigenlijk hebben wij de slimme meter ontworpen voordat de overheid deze grootschalig wilde invoeren”, aldus Van den Hurk. Het bedrijf had rond 2005 een manier ontwikkeld om de meterstanden van de analoge meter uit te kunnen lezen en deze via gprs te verzenden naar de netbeheerders.

Xemex ging daarna samenwerking aan met de slimme meter van Landis + Gyr. Dat resulteerde erin dat de Xemex-technologie nu is ingebouwd in elke slimme Landis + Gyr-meter in Nederland. “Dus dan hebben we het over miljoenen exemplaren”, zegt Van den Hurk. Het is precies deze slimme meter die Xemex en Cast4All nu gebruiken in hun PV-monitoringoplossingen en in hun product Powershare.

Deze meter wordt namelijk, net als de Herman van LENS, achter de omvormer gemonteerd (dat kan in de meterkast zijn, maar ook bijvoorbeeld vlakbij de omvormer). “Dit is dus een brutoproductiemeter, die alleen meet hoeveel de zonnepanelen opleveren”, zegt Van der Stock. En het feit dat deze meter MID (Measurement Instrument Directive) gecertificeerd is, maakt dat de data gebruikt kunnen worden voor het daadwerkelijk afrekenen van de geproduceerde zonne-energie. Overigens wordt de waarde van dit ‘unique selling point’ betwist door Jim Wiese van LENS. “Onze Herman heeft ook een MID, maar je hebt er in de praktijk niet zo veel aan.”

Geautomatiseerd systeem
“De slimme meter van Landis + Gyr heeft een aan/uit-relais. En we dacht dat we daar wel wat mee konden doen”, zegt Van den Hurk. Dat denken resulteerde in Powershare en het concept is vergelijkbaar met het decentrale systeem van Herman de Zonnestroomverdeler. In elke woning wordt een Landis+Gyr-meter gemonteerd, die dag-op- dag de toegang open of dicht zet, al naar
gelang de hoeveelheid elektriciteit waar dat huishouden wel of niet recht op heeft.

Een verschil met het concept van LENS, zegt Van der Stock, is dat Cast4All/Xemex de woningcorporaties doelbewust niet een end-to- end platform levert, waarop alle handelingen zijn in te zien en uit te voeren. In plaats daarvan gaat het bij Cast4All/Xemex om het leveren van diensten aan de ‘achterkant’: de data voor een geautomatiseerd meldingensysteem. Van der Stock: “Wij
vergelijken de opbrengst van de PV-panelen met onze software voortdurend met benchmarks, zoals de opbrengst van PV-panelen in de buurt. Daarvoor hebben we onze Clear Sky Performance Index
(CSPI) ontwikkeld. Als er dan iets niet klopt, wordt er automatisch melding gemaakt en kan er direct actie ondernomen worden. Dit is essentieel als je, zoals bij onze systemen, met Esco-constructies
werkt. Je return on investment verbetert daarmee enorm.”


Een lift alstublieft
Voor PV-installaties op corporatiedaken maakt nogal wat uit of een centrale voorzieningenruimte (CVZ) in een woningcomplex een lift heeft of niet. Een lift is namelijk een elektriciteitsslurper (al snel 10.000 kWh/j) van jewelste en met het salderen van deze elektriciteit komt een business case snel dichterbij. Dat heeft echter zin tot 50.000 kWh. Boven deze hoeveelheid gaat de energiebelasting drastisch omlaag en schiet salderen niet meer zoveel op. Dan is het nog wel mogelijk om SDE+-subsidie aan te vragen.

Biogasnet en multigasketel komen nog niet echt uit de startblokken

De commerciële introductie van de multigasketel van ATAG komt niet echt van de grond. Hoewel het product kant-en- klaar op de plank ligt en op elk moment ingezet kan worden, blijkt de markt voor dit type HR-combiketel zich maar moeizaam te ontwikkelen. Omdat biogas niet voor subsidie in aanmerking komt, is de business case moeilijk rond te breien.

Door: Tijdo van der Zee
In: GAWALO, april 2017

De multigasketel van ATAG werd in 2012 door de jury bekroond met de VSK Award in de categorie ‘Vuur’. Deze HR-combiketel weet raad met gas van verschillende samenstellingen en dat is handig omdat in de toekomst veel meer Russisch gas en aardgas uit Noorwegen
zal stromen, met een heel andere samenstelling dan het gas uit Slochteren. Zo zit er in Slochterengas relatief weinig methaan en veel stikstof. Maar waar de ketel vooral geschikt voor is, is het verbranden van biogas. Biogas is het product van vergistingsprocessen, bijvoorbeeld van rioolwater of van mest en ander organisch materiaal bij boeren.

In dit biogas zit relatief veel CO2 – een zogeheten ‘inert’ gas, dat niet snel reageert met andere gassen. Doorgaans wordt dit biogas ofwel in een opwerkingsinstallatie opgewerkt naar aardgaskwaliteit, waarna het Groen Gas heet, ofwel in een verbrandingsmotor omgezet in Lees verder Biogasnet en multigasketel komen nog niet echt uit de startblokken

Warmtepompendrama in nieuwbouwwijk Dongen

Bewoners van nieuwbouwwijk De Beljaart in Dongen kampten jarenlang met een gebrekkige energievoorziening. Gemeente Dongen ligt nu in de clinch met Stewitech Duurzaam, dat de systemen installeerde. Een second opinion die de gemeente liet uitvoeren werpt een gedetailleerd inkijkje in wat er mis ging. Maar oplossingen zijn nog niet direct voorhanden.

Tekst Tijdo van der Zee | in GAWALO februari 2017

De Beljaart is een nieuwbouwwijk waarin de gemeente Dongen hoge duurzaamheidsambities heeft uitgesproken. De wijk werd opgeleverd in verschillende fases. In Fase I gaat het om 137 woningen die zijn aangesloten op een collectief warmte-koudeopslagsysteem (wko-systeem). Een centrale warmtepomp levert vervolgens warmte, koude en warm tapwater dat via drie afzonderlijke leidingen naar de woningen wordt getransporteerd. Dit systeem werd opgeleverd door Nuon, maar werd in 2015 verkocht aan Greenspread. Volgens Tom Sloots, operationeel manager bij Greenspread, heeft Nuon, voordat het systeem werd overgedragen, de nodige verbeteringen doorgevoerd, waardoor klachten verholpen werden. Lees verder Warmtepompendrama in nieuwbouwwijk Dongen

Vergister Schiermonnikoog loopt vast op glycerine

Er komt voorlopig geen co-vergister op het eiland Schiermonnikoog. Coalitiepartijen Ons Belang en D10 van de gemeente Schiermonnikoog willen het voormalige Omrin-terrein, waar de vergister gepland is, niet verkopen. Struikelblok blijkt de aanvoer van glycerine van het vasteland.

Zes boeren op het Waddeneiland willen al jaren een mestvergister bouwen, die jaarlijks 2 mln kuub groen gas zou kunnen produceren, ofwel 80% van de aardgasbehoefte van het eiland. In 2009 kwamen zij met de gemeente overeen dat zij het voormalige Omrin-terrein konden overnemen om daar de installatie neer te zetten. Lees verder Vergister Schiermonnikoog loopt vast op glycerine

Aanbesteding voor tientallen kilometers Limburgse warmteleiding

De gemeenten Sittard-Geleen, Beek en Stein hebben een Europese aanbesteding uitgeschreven voor ‘duurzaam warmtebedrijf’ het Groene Net, een pijplijn die warmte van Biomassa Energiecentrale Sittard (Bes) en industrieterrein Chemelot naar 5.000 woningen en 40 gebouwen (30.000 woningequivalenten) in Limburg brengt. Het project kost naar verwachting ongeveer EUR 82 mln.

Door: Tijdo van der Zee, in: Energeia, mei 2011

De aanbesteding vindt plaats via een zogenaamde ‘concurrentiegerichte dialoog’. Daarin doen twee tot vijf overblijvers van een eerste selectieronde mee. Met deze deelnemers worden intensieve gesprekken gevoerd. Pas daarna kunnen zij een offerte indienen. Deelnemers dienen in ieder geval een minimumjaaromzet hebben van EUR 250 mln. Lees verder Aanbesteding voor tientallen kilometers Limburgse warmteleiding